Fronto-temporale dementie is een belangrijke vorm van dementie bij mensen

Apathie voorspelt sommige vormen van dementie al jaren voordat de eerste symptomen ontstaan. Dat schrijven Rogier Kievit van het Radboudumc en collega’s van de University of Cambridge in Alzheimer’s & Dementia. Met die kennis kan een potentiële behandeling al aanzienlijk vroeger worden gestart.

Fronto-temporale dementie is een belangrijke vorm van dementie bij mensen, en wordt vaak voor het eerst vastgesteld tussen de 45 en 65 jaar. Deze dementie verandert het gedrag, het taalgebruik en de persoonlijkheid van mensen. Kenmerkend zijn impulsief, sociaal ongepast en repeterend, dwangmatig gedrag. Ook apathie - een gebrek aan interesse, initiatief en motivatie - is een algemeen kenmerk van deze aandoening. Apathie vermindert het functioneren, de zelfstandigheid en de kwaliteit van leven en gaat vaak gepaard met een lagere levensverwachting.

Krimp
Hersenscans bij deze patiënten suggereren dat de oorzaak van deze aandoening samenhangt met het krimpen van specifieke hersendelen aan de voorkant van het brein. Rogier Kievit, hoogleraar Developmental Neuroscience bij het Radboudumc en het Donders Instituut: “Hoe sterker de krimp, hoe sterker de apathie. Apathie moet overigens vooral niet moet worden verward met depressie of gemakzucht. Het interessante in onze bevindingen is dat de apathie vaak al jaren eerder optreedt dan de overige symptomen van de ziekte. Dat biedt potentieel de mogelijkheid om de ziekte en de symptomen al veel vroeger te behandelen en af te remmen. Het illustreert hoe essentieel het is om deze processen in grote groepen mensen over tijd te kunnen volgen, zodat we een beter beeld hebben van het symptoomverloop en potentiële interventiedoelen.”

In de familie
Fronto-temporale dementie heeft vaak een genetische oorzaak. Bij ongeveer een derde van de patiënten zit het ‘in de familie’. In het door Kievit, Maura Malpetti en James Rowe (University of Cambridge) geleide onderzoek werden zeshonderd mensen gedurende enkele jaren gevolgd, waarbij werd gekeken naar veranderingen in apathie, resultaten van geheugentesten en hersenscans. Driehonderd mensen (304) hadden de genvariant die de kans op de ziekte vergroot, maar waren nog gezond. De andere driehonderd (296) waren familieleden zonder die genvariant. Niemand had dementie. De meeste mensen wisten niet of ze wel of geen drager van het ziekmakende gen waren.

Duidelijke voorspeller
Maura Malpetti, eerste auteur van het artikel: “Mensen met de genetische mutatie die de kans op fronto-temporale dementie vergroot, waren apathischer dan hun familieleden en de ernst van de apathie nam bij hen ook sneller toe in de onderzoekperiode. We zagen de hersengebieden die betrokken zijn bij motivatie en initiatief al krimpen, jaren voordat de overige symptomen van dementie ontstaan. Apathie is een duidelijke voorspeller van de cognitieve achteruitgang, die ook steeds harder gaat naarmate de symptoomvorming dichterbij komt.”

Wake-up-call
Het onderzoek maakt duidelijk dat apathie een belangrijke, vroege voorspeller is van fronto-temporale dementie. Maar tegelijkertijd moet wel duidelijk zijn waar de apathie vandaan komt. Rowe: “Apathie kan diverse oorzaken hebben, zoals te weinig schildklierhormoon in het bloed of een depressie. Maar dit onderzoek is een wake-up-call. Het wijst uit dat het goed is om in de overwegingen ook de kans op dementie mee te nemen.” Kievit: “Zeker als bekend is dat er in de familie wel eens eerder een fronto-temporale dementie is voorgekomen. Goede, effectieve medicijnen tegen de aandoening hebben we nog niet, maar de periode om in te kunnen grijpen is door ons onderzoek nu aanzienlijk groter geworden.”