Lang voordat een neuroloog de diagnose stelt, heeft een patiënt al voortekenen en klachten
Onderzoekers van het Radboudumc krijgen samen met zes partners uit andere landen 1,5 miljoen euro EU-subsidie voor onderzoek naar vroege symptomen bij de ziekte van Parkinson. Daarbij gaan ze de ontwikkeling van parkinson al vanaf de eerste voortekenen linken aan MRI-beelden, genetische analyses en klachten die patiënten ervaren. De onderzoekers brengen zo de verschillende subtypes van de ziekte in kaart en hopen in de toekomst de vroege fases eerder te herkennen.
Lang voordat een neuroloog de diagnose stelt, heeft een patiënt al voortekenen en klachten, die wijzen op een sluimerende aanwezigheid van de ziekte van Parkinson. Daarbij bestaan grote verschillen tussen patiënten. Soms begint de ziekte met verlies van reuk. Dat proces begint in de bulbus olfactorius, het hersengebied verantwoordelijk voor reuk. Andere mensen ervaren als eerste klacht dat ze ’s nachts hun dromen uitleven: zij roepen in hun slaap en slaan om zich heen. De oorzaak is verlies van cellen in de hersenstam. Bij weer anderen is een depressie het eerste teken.
De ziekte van Parkinson kan dus op verschillende plekken in de hersenen ontstaan. Neuroloog Rick Helmich en neurowetenschapper Roshan Cools van het Radboudumc willen graag weten hoe parkinson zich op verschillende manieren door de hersenen verspreidt en hoe die routes gelinkt zijn aan klachten. Om dat uit te zoeken krijgen zij samen met zes internationale centra een subsidie van 1,5 miljoen euro van het Joint Program Neurodegenerative Disease (JPND) van de Europese Unie. Rick Helmich is vanuit het Donders Instituut coördinator van het project met een looptijd van drie jaar, genaamd CONTROL-PD.
Enorme dataset
“In Nederland kampen zestigduizend patiënten met de ziekte, wereldwijd zijn dat er zeven miljoen. Parkinson is één van meest snelgroeiende ziekten ter wereld,” licht Helmich toe. “Het was al bekend dat zenuwcellen in het brein afsterven, met name dopaminecellen. Maar hoe het proces van verval precies optreedt en hoe dat door het brein trekt, dat weten we nog niet. Wanneer zijn welke hersengebieden aan de beurt? Daarin zien we grote verschillen tussen patiënten. Wij willen uitzoeken hoe de ziekte van Parkinson het brein aantast.”
Voor het onderzoek gaan de zeven deelnemende landen hun datasets met in totaal duizenden patiënten samenvoegen. Een deel daarvan heeft al de diagnose parkinson gekregen, maar de datasets bevatten ook gegevens van mensen met alleen voortekenen van de ziekte, zoals verlies van reuk. Van al die mensen zijn MRI-scans en bloed beschikbaar. De onderzoekers laten alle deelnemers aan de studie een aantal taken uitvoeren op de computer, waarmee ze heel nauwkeurig aspecten van nadenken kunnen meten.
Vroeg stadium herkennen
Helmich: “We willen weten wat er nou precies mis gaat bij het nadenken. Dat kan zitten in het geheugen, in het plannen, in de gevoeligheid voor beloning, of in controle nemen. Vervolgens gaan we die verschillen in het denkproces linken aan verschillen in hersenstructuur op basis van MRI, aan klinische symptomen zoals slecht kunnen ruiken, en aan genetica. Zo kunnen we verschillende subtypen en stadia van de ziekte met de bijbehorende kenmerken uit de database filteren. En hopelijk in de toekomst in een vroeger stadium herkennen.”
Op dit moment bestaat een behandeling voor de ziekte van Parkinson nog niet. Helmich: “Een belangrijke reden daarvoor is dat op het moment van de diagnose meestal al meer dan de helft van de dopaminecellen dood is, dus kunnen we niet veel meer herstellen of beschermen. Alleen als we vroege fasen van ziekte opsporen, kunnen we nieuwe behandelingen testen. Als we beter begrijpen hoe een symptoom via verschillende biologische routes ontstaat, biedt dat kansen voor de ontwikkeling van nieuwe strategieën voor behandeling.”