De introductie van nieuwe voedingsmiddelen, zoals insecten, zal sterk bijdragen aan de beschikbaarheid en duurzaamheid van onze voedselvoorziening
Het UMC Utrecht gaat een internationaal onderzoek coördineren dat methoden zal ontwikkelen om het allergisch potentieel van zogenaamde 'nieuwe voedingsmiddelen' (zoals insectenburgers) te kunnen beoordelen. Kitty Verhoeckx, PhD, assistent hoogleraar voedselallergie aan het UMC Utrecht, heeft een Marie Sklodowska-Curie DN subsidie van € 2,6 miljoen ontvangen voor een voedselallergie onderzoeksproject getiteld 'Allergenicity Prediction Toolbox for novel foods' (ALLPreT). Zij zal het project van 10 beginnende onderzoekers en 24 internationale partners coördineren.
De introductie van nieuwe voedingsmiddelen, zoals insecten, zal sterk bijdragen aan de beschikbaarheid en duurzaamheid van onze voedselvoorziening. Deze nieuwe voedingsmiddelen moeten echter wél veilig zijn. De beoordeling van de zogenaamde allergeniciteit is een essentieel onderdeel van de veiligheidsbeoordeling van nieuwe voedingsmiddelen. Helaas hebben de huidige methoden om allergeniciteit te beoordelen onvoldoende voorspellend vermogen en zijn ze niet gevalideerd. Hierdoor worstelen voedselproducenten en risicobeoordelaars met de beoordeling van de allergeniciteit, waardoor het beschikbaar komen voor de consument van deze nieuwe voedingsmiddelen wordt vertraagd. Het algemene doel van het ALLPreT-consortium is om de volgende generatie wetenschappers op te leiden die de huidige tekortkomingen in de voedselallergiebeoordeling van nieuwe voedingsproducten kunnen aanpakken.
Multidisciplinair team
Om een veilige introductie van nieuwe voedingsmiddelen mogelijk te maken en tegelijkertijd mensen te beschermen tegen onaanvaardbare risico's op voedselallergie, is een multidisciplinaire aanpak nodig. Het ALLPreT-consortium, gecoördineerd door dr. Kitty Verhoeckx (universitair docent voedselallergie bij de afdeling Dermatologie & Allergologie van het UMC Utrecht), is een multidisciplinaire groep van 24 partners, bestaande uit universiteiten, onderzoeksinstituten, ziekenhuizen, patiëntenorganisaties en de industrie. De partners zijn gevestigd in 10 Europese landen en de VS. Het ALLPreT-consortium komt voort uit het EU COST-actie ImpARAS (Improved Allergenicity Risk Assessment Strategy) project, dat tussen 2014 en 2018 ook werd gecoördineerd door Kitty Verhoeckx.
Training jonge wetenschappers
ALLPreT zal 10 beginnende onderzoekers opleiden in de kernaspecten van de risicobeoordeling van voedselallergieën, immunologie, eiwitchemie, bio-informatica, modelontwikkeling en aanvullende ‘zachte’ vaardigheden om zo goed opgeleide jonge wetenschappers af te leveren, met een unieke positie op de EU-arbeidsmarkt. Deze jonge onderzoekers zullen het nieuwe onderzoeksgebied van nieuw optredende sensibilisatie door nieuwe voedingsmiddelen verkennen. Ook zullen ze voorspellende methoden voor allergeniciteit ontwikkelen die wetenschappelijk onderbouwd, gevalideerd en gemakkelijk bruikbaar zijn voor de industrie en de voedselveiligheidsautoriteiten. Deze methoden zullen bijdragen tot een snelle en nauwkeurige veiligheidsbeoordeling, waardoor de veiligheidsbeoordeling en marktintroductie van nieuwe voedingsmiddelen sneller zullen verlopen.
Marie Curie Doctoraalnetwerken
Doel van de Marie Sklodowska-Curie-doctoraalnetwerken is de uitvoering van doctoraalprogramma's door middel van samenwerkingsverbanden van universiteiten, onderzoeksinstellingen en -infrastructuur, bedrijven (met inbegrip van het MKB), en andere sociaaleconomische actoren uit verschillende landen in Europa en daarbuiten. Deze doctoraatsprogramma's zullen inspelen op duidelijk vastgestelde behoeften op verschillende onderzoeks- en innovatiegebieden, de onderzoekers in contact brengen met de academische en niet-academische sectoren, en een onderzoeksopleiding bieden, alsmede overdraagbare vaardigheden en competenties die van belang zijn voor innovatie en inzetbaarheid op lange termijn.