Afwijkingen in een deel van de hersenen, de pariëtale hersenschors zijn te zien bij mensen met een dwangstoornis
Zowel volwassenen als kinderen met een dwangstoornis hebben afwijkingen in een deel van de hersenen, de pariëtale hersenschors (zie afbeelding). Dat concluderen neurowetenschappers in een wereldwijde studie, waarin zij ruim 1.900 hersenscans van kinderen en volwassenen met een dwangstoornis vergeleken met die van een vergelijkbaar grote groep gezonde proefpersonen. De afwijkingen hebben mogelijk te maken met het herhalende karakter van dwanghandelingen, denken Premika Boedhoe (promovendus) en prof.dr. Odile van den Heuvel (psychiater en consortiumleider) van VUmc.
15 december verschenen de resultaten in the American Journal of Psychiatry.
Obsessieve-compulsieve stoornis (OCD), ook wel dwangstoornis genoemd, is een psychiatrische ziekte die zich uit in terugkerende gedachten (obsessies) en herhaalde rituelen (compulsies). Het is bekend dat deze patiënten afwijkingen hebben in de hersendelen die betrokken zijn bij denkfuncties (aandacht, geheugen, denken) en emotionele processen.
Zoveel mogelijk hersenscans
Een grote beperking van hersenscanonderzoek is echter de beperkte repliceerbaarheid van onderzoeksresultaten ten gevolge van de vaak kleine groepen die worden onderzocht (mede door de hoge kosten van MRI-onderzoek) en de verschillen in gebruikte analysetechnieken. Een elegante manier om tot betrouwbaardere resultaten te komen is het samenvoegen van zoveel mogelijk hersenscans en deze allemaal op dezelfde manier te analyseren. Dat is dan ook precies wat de onderzoekers Boedhoe, Van den Heuvel, Dan Stein (Universiteit van Kaapstad) en 69 onderzoekers van 27 verschillende onderzoeksinstituten wereldwijd hebben gedaan. Zij hebben de grootste studie tot dusver uitgevoerd in OCD, met hersenscans van 1.905 mensen met OCD en 1.760 controle proefpersonen.
Levensloop volgen
De onderzoeksresultaten suggereren dat een afwijking in de hersenontwikkeling in de pariëtale hersenschors van patiënten met een dwangstoornis op kinderleeftijd begint en aanhoudt op volwassen leeftijd. Om de resultaten te bevestigen zijn er meer studies nodig die patiënten over de verschillende fasen van de levensloop volgen.
Medicijngebruik
Een andere opmerkelijke uitkomst was dat op de hersenscans van volwassenen met OCD die medicatie gebruiken afwijkingen te zien waren, verspreid over het hele brein. Bij kinderen met OCD die medicijnen nemen waren er vooral in de voorste delen van het brein afwijkingen te onderscheiden. Patiënten die geen medicatie gebruiken hadden vergelijkbare hersenscans als de gezonde controlegroep. ‘Omdat er niet genoeg informatie was over duur, dosis en geschiedenis van medicijngebruik kun je nu nog geen definitieve conclusies trekken over het effect van de antidepressiva en antipsychotica. Daarvoor zou je vervolgonderzoek moeten doen met vergelijkingen voor en na medicatiegebruik’, aldus Van den Heuvel en Boedhoe.