De meeste mensen gaan naar een ziekenhuis omdat het dichtbij is, of omdat ze het al kennen
Iets meer dan de helft van de kankerpatiënten in Nederland heeft niet nagedacht over welk ziekenhuis het meest geschikt is voor de behandeling van hun vorm van kanker. Eén op de vijf zou achteraf iets anders hebben gedaan als het gaat om de keuze voor een ziekenhuis.
Dit blijkt uit onderzoek van NFK onder 7376 (ex-)kankerpatiënten naar hun ervaringen bij de keuze voor een ziekenhuis. NFK wil patiënten ervan bewust maken dat ze een keuze hebben en dat er verschil is tussen ziekenhuizen. Kanker wordt steeds complexer en de oncologische zorg steeds gespecialiseerder. “Voor vrijwel alle vormen van kanker geldt dat de ontwikkelingen snel gaan, dat de mogelijkheden voor diagnostiek en behandeling steeds ingewikkelder worden en dat artsen een behoorlijk aantal patiënten moeten zien en behandelen voor voldoende klinische ervaring. Niet elk ziekenhuis biedt voor elke kankersoort het juiste specialisme. Het is daarom belangrijk dat patiënten bewust kiezen voor een ziekenhuis”, aldus Arja Broenland, directeur-bestuurder van NFK.
Uit het onderzoek blijkt dat 51 procent van de kankerpatiënten niet nadenkt over welk ziekenhuis het meest geschikt is voor de behandeling van hun vorm van kanker. Hoogopgeleiden staan daar vaker bij stil dan laag- en middelbaaropgeleiden.
Reizen naar het ziekenhuis geen probleem
Van de ondervraagden zijn zes op de tien mensen binnen een half uur in het ziekenhuis waar ze behandeld worden. Ruim driekwart ervaart geen problemen met reizen. Daarnaast geeft bijna de helft van de respondenten aan bereid te zijn te reizen zo lang als nodig is voor de zorg van een ziekenhuis dat gespecialiseerd is in hun vorm van kanker. Slechts één op de tien geeft aan hiervoor maximaal een half uur te willen reizen.
Eén op de vijf zou achteraf iets anders hebben gedaan
Een op de vijf patiënten zou achteraf iets anders hebben gedaan als het gaat om de keuze voor een ziekenhuis. Van hen zou bijna de helft (beter) hebben uitgezocht wat voor hen het juiste ziekenhuis was, 35 procent zou (eerder) voor een gespecialiseerd ziekenhuis hebben gekozen en drie op de tien zou (eerder) een second opinion hebben gedaan.
Second opinion
Uit het onderzoek blijkt ook dat twee op de tien patiënten daadwerkelijk een second opinion hebben gehad. Hoogopgeleiden en mensen onder de 50 jaar vaker dan laag- en middelbaaropgeleiden en ouderen. Vier op de tien mensen kregen geen advies van hun medisch specialist naar welk ziekenhuis te gaan voor een second opinion. Volgens NFK lijkt het erop dat veel mensen het zelf moeten uitzoeken, terwijl de informatie die ze daarvoor nodig hebben niet beschikbaar is.
Tijd voor keuze-informatie over ziekenhuizen
“Dat is zorgelijk” zegt Arja Broenland. “Dit is de tijd van snelle data en informatie, maar er is nu geen begrijpelijke informatie voor kankerpatiënten om het juiste ziekenhuis te kiezen. Met alleen informatie over bijvoorbeeld chirurgische uitkomsten ben je er vaak (nog) niet als patiënt. Daarom werken we hard aan de ontwikkeling van openbare, betrouwbare en begrijpelijke keuze-informatie over ziekenhuizen. We willen dat voor elke vorm van kanker duidelijk wordt waar welke expertise beschikbaar is. Echter, dit kan alleen met medewerking van ziekenhuizen en medisch specialisten.” Broenland benadrukt: “Daarnaast verwachten we primair dat artsen zorgen dat patiënten op de juiste plek terechtkomen en dat alle kankerpatiënten toegang tot gespecialiseerde zorg hebben.”