De contractafspraken die zorgverzekeraars en ziekenhuizen maken, sluiten nog niet aan bij de ambitie om te belonen voor goede uitkomsten voor de patiënt en samenwerking
Zorgverzekeraars en ziekenhuizen houden in contracten nog erg vast aan het belonen van volume. De afspraken stimuleren nog steeds om zoveel mogelijk zorg te leveren. Medisch-specialistische bedrijven binnen een ziekenhuis krijgen op hun beurt ook meestal betaald op basis van het aantal behandelingen dat ze declareren. Maar er zijn ook goede voorbeelden hoe het anders kan. Dat blijkt uit de monitor inhoud contracten medisch-specialistische zorg 2018 van de Nederlandse Zorgautoriteit en de interviews met ziekenhuizen en medisch-specialistische bedrijven over innovatieve financiële afspraken.
De contractafspraken die zorgverzekeraars en ziekenhuizen maken, sluiten nog niet aan bij de ambitie om te belonen voor goede uitkomsten voor de patiënt en samenwerking. We zien in 2018 nog maar weinig alternatieve contractvormen gericht op waarde en integrale zorg. Lokaal zijn wel goede voorbeelden te vinden. Dit zijn met name afspraken in de vorm van een betaling per patiëntgroep. Ook zien we meerjarencontracten op basis van een aanneemsom met doelstellingen over onder andere samenwerking in de regio.
Tegelijkertijd is het grootste deel van de contracten nog gericht op de beheersing van de totale kosten op de korte termijn. We zien veel omzetplafonds, waar zonder verdere afspraken een behoorlijke volumeprikkel (tot aan het plafond) vanuit kan gaan. Wat verder opvalt is dat de meeste meerjarencontracten dezelfde inhoud hebben als eenjarige contracten. Juist in langdurige contracten kun je afspraken maken over het veranderen van de organisatie en zorg zelf. De mogelijkheden die deze contracten bieden worden daarmee nog onvoldoende benut.
Ook ontvangen we signalen dat ziekenhuizen die willen experimenteren met innovatief contracteren, belemmeringen ervaren bij de manier waarop het geld intern wordt verdeeld. Bijvoorbeeld als het gaat om initiatieven om zorg naar de eerstelijn te verplaatsen. Of om samen beslissen met de patiënt vorm te geven waarbij niet-behandelen ook een optie is. Zulke initiatieven, die aansluiten bij de intrinsieke motivatie van een arts om goede zorg te leveren, kunnen door interne financiële afspraken negatief uitpakken voor een vakgroep als de productie afneemt. Uit interviews met vijf ziekenhuizen leren we dat andere afspraken mogelijk zijn. Dit vraagt om een goede relatie, transparantie en openheid.
We zullen de monitor inhoud contracten komend jaar herhalen om te volgen of zorgverzekeraars en zorgaanbieders de gedeelde ambities vertalen naar contractvormen die samenwerking, innovatie, kwaliteit en verplaatsen van zorg naar de eerstelijn stimuleren. We gaan met zorgverzekeraars en zorgaanbieders in gesprek om gezamenlijke doelstellingen te bepalen ten aanzien van de voortgang van de omslag in contracten. Ook starten we begin volgend jaar met een landelijke monitor over de financiële afspraken tussen ziekenhuizen en msb’s en tussen msb’s en vakgroepen.