Patiënten met naar verhouding een grotere hoeveelheid bacteriën in de longen op het moment van opname op de intensive care (IC), moesten langer beademend worden

Veranderingen in samenstelling van micro-organismen in de longen (het longmicrobioom) voorspellen hoe ernstig zieke patiënten reageren op intensive care zorg. Dit blijkt uit een artikel dat 24 januari is gepubliceerd in het American Thoracic Society's Journal of Respiratory and Critical Care Medicine.

Patiënten met naar verhouding een grotere hoeveelheid bacteriën in de longen op het moment van opname op de intensive care (IC), moesten langer beademend worden. Hoe dat komt is niet te verklaren uit de ernst van de ziekte of de ernst van de longontsteking. Onderzoekers van Amsterdam UMC hebben in deze studie samen met Amerikaanse collega’s van de University of Michigan Medical School gekeken naar het microbioom in de longen van 91 patiënten.

“De bacteriën voorspellen hoe het effect van het verblijf op de IC bij de patiënten uitpakt”, zegt longarts in opleiding Lieuwe Bos van Amsterdam UMC. “Twee bacteriën die normaal gesproken in de darm zitten, komen ook voor in de longen van patiënten die moeilijk herstellen op de IC. De aanwezigheid van een bepaalde Enterobacteriae in de longen hangt ook samen met het acute ademnoodsyndroom, of ARDS, een levensbedreigende longziekte.”

Het menselijk microbioom bestaat uit het genetisch materiaal van naar schatting 100 biljoen microben. Bacteriën vormende grootste component van het microbioom, dat verder bestaat uit virussen en schimmels. In tegenstelling tot het menselijk genoom dat steeds hetzelfde is, veranderen voeding, ziekte en andere factor het microbioom soms ingrijpend. De longen werden tot voorkort als steriel beschouwd, maar in het afgelopen decennium hebben op DNA gebaseerde methoden onthuld dat de long diverse en dynamische gemeenschappen bacteriën bevat.

“We wisten al dat het longmicrobioom verandert bij ernstig zieke patiënten, en dat deze verstoring invloed heeft op de afweer in de longen”, zei hoofdauteur Robert Dickson, assistent-professor van pulmonale en kritische zorg geneeskunde en microbiologie en immunologie aan de Universiteit van Michigan. “de kennis over deze verstoring van de longmicrobioom is zeer bruikbaar in het ziekenhuis. We weten nu dat verschillen in longbacteriën kunnen verklaren wie herstelt en wie niet.”

“Het microbioom kunnen we mogelijk manipuleren, in tegenstelling tot andere risicofactoren op de IC”, zegt Bos, longarts in opleiding bij Amsterdam UMC. “We kunnen de genen van onze patiënten of hun chronische ziekten niet veranderen, maar we kunnen wel proberen het microbioom in hun lichaam te veranderen.”

De studie kent beperkingen. De onderzoekers hadden geen controle over de medicijnen, waaronder antibiotica, die de patiënten mogelijk hebben geslikt voordat ze op de IC werden opgenomen. De onderzoekers konden niet bepalen of de darmgeassocieerde bacteriën die in het longmicrobioom van sommige patiënten werden gevonden, uit het lagere maagdarmkanaal waren gemigreerd of dat ze in de longen werden gevonden na de toevallige inademing van voedsel of vloeistof.

De onderzoekers zeggen dat de het bepalen of het wijzigen van deze longbacteriën kan helpen bij het herstel patiënten. “Het voorspellen van de resultaten van ICU is belangrijk, maar wat we echt willen is een doelwit voor therapie”, zei Bos. “We moeten uitzoeken of we het longmicrobioom kunnen aanpassen, hetzij om longletsel te voorkomen, hetzij om het sneller te genezen.”