Bijna een kwart van de patiënten met diepe veneuze trombose had in de twee jaar na de diagnose geen controleafspraak in het ziekenhuis
Patiënten die voor het eerst gediagnosticeerd zijn met diepe veneuze trombose of longembolie krijgen in de eerste weken daarna vaak geen controleafspraak bij een arts of verpleegkundige. Dertig procent van de poliklinisch gediagnosticeerde patiënten met longembolie heeft zelfs geen controleafspraak in de twee jaar na de diagnose. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel en het Zorginstituut, dat is uitgevoerd binnen de Onderzoekswerkplaats ‘Routine zorgdata voor passende zorg’
Uit eerder onderzoek van het Nivel bleek dat er nog verbeteringen mogelijk zijn in de bestaande richtlijnen voor nazorg voor patiënten met diepe veneuze trombose, aangezien hierin weinig concrete handvatten staan over hoe deze nazorg moet worden georganiseerd. Het is onduidelijk of de nazorg zou moeten plaatsvinden bij de medisch specialist, bij de huisarts of beide. Uit ander Nivel-onderzoek bleek ook dat patiënten behoefte hebben aan meer en structurele nazorg. Om na te gaan hoe op dit moment nazorg wordt geboden en waar verdere verbeterpunten liggen hebben we inzichtelijk gemaakt hoe vaak, waar en wanneer er controleafspraken plaatsvinden. Dit deden we op basis van analyses van gekoppelde gegevens van ziekenhuisdeclaraties en gegevens uit elektronisch patiëntendossiers van huisartsen.
Meer houvast nodig voor betere nazorg
Bijna een kwart van de patiënten met diepe veneuze trombose had in de twee jaar na de diagnose geen controleafspraak in het ziekenhuis en 40% had geen controleafspraak bij de huisarts. Eén op de acht patiënten had geen enkele afspraak in ziekenhuis of bij de huisarts. Bij patiënten die poliklinische (zonder ziekenhuisopname) gediagnosticeerd zijn met longembolie liggen de cijfers van patiënten zonder controleafspraak nog iets hoger. Consistente richtlijnen en goed onderbouwde aanbevelingen zou de nazorg voor patiënten kunnen verbeteren.
Over het onderzoek
Dit onderzoek heeft plaatsgevonden binnen de onderzoekwerkplaats ‘Routine zorgdata voor passende zorg’ van het Nivel en het Zorginstituut. Binnen deze samenwerking wordt kennis en expertise over de zorg, het zorgstelsel en de aard en bruikbaarheid van routine zorgdata bijeengebracht. Daarnaast wordt binnen de werkplaats een data-infrastructuur gecreëerd waarmee de anonieme gegevens van Nivel Zorgregistraties Eerstelijn op patiëntniveau kunnen worden gekoppeld aan declaratiegegevens om daarmee vraagstukken rondom passende zorg te beantwoorden. Voor dit onderzoek is gebruikgemaakt van gegevens van patiënten die in 2016 en 2017 gediagnosticeerd zijn met diepe veneuze trombose of longembolie.