Nierpatiënten hebben een hogere kans op een ernstig verloop van COVID-19 en overlijden vaker aan de ziekte dan gezonde mensen
Uit een grote klinische studie in vier universitaire ziekenhuizen blijkt dat boostervaccinaties tegen het coronavirus zin hebben bij mensen met een nieuwe nier. Zelfs als zij na de eerste twee of drie prikken geen afweerreactie ontwikkelden, komt het afweersysteem bij zestig procent alsnog in actie na een vervolgprik. Deze resultaten zijn gepubliceerd in The Lancet Infectious Diseases.
Nierpatiënten hebben een hogere kans op een ernstig verloop van COVID-19 en overlijden vaker aan de ziekte dan gezonde mensen. In eerdere studies is al gekeken of nierpatiënten goed reageren op vaccinaties. Daaruit bleek dat mensen na een niertransplantatie een lagere afweerreactie hebben, slechts de helft ontwikkelt antistoffen na twee vaccins. Een verklaring is dat zij medicijnen slikken die het afweersysteem onderdrukken, om afstoting van de getransplanteerde nier tegen te gaan.
Een groep onderzoekers, in het Radboudumc geleid door internist-nefroloog Luuk Hilbrands, zocht uit of een andere vaccinatiestrategie bij deze patiënten de afweerreactie kan verbeteren. De studie, gefinancierd door ZonMW en de Nierstichting, is uitgevoerd in vier Nederlandse universitaire ziekenhuizen: Radboudumc Nijmegen, Amsterdam UMC, UMC Groningen en Erasmus MC Rotterdam.
Geen verschillen tussen groepen
Aan de studie deden ruim 300 niertransplantatiepatiënten mee, die na twee of drie vaccins nog geen antistoffen hadden tegen het coronavirus, gebaseerd op bloedmetingen. Hilbrands, coördinerend auteur van het artikel: ‘De controlegroep kreeg één dosis Moderna. Daarnaast onderzochten we drie alternatieven. Een groep kreeg een dubbele dosis, dus in allebei de armen een prik Moderna. Een groep ontving een ander type vaccin, namelijk Janssen. En een groep kreeg één dosis Moderna, waarbij we tijdelijk een deel van de medicatie stopzetten die het afweersysteem onderdrukt.’
Uit de studie bleek dat rond de zestig procent van de deelnemers na deze boostervaccinaties alsnog een afweerreactie ontwikkelde. Daarbij keek het onderzoeksteam naar antistoffen en ook naar afweercellen. Ze zagen geen verschillen in de afweerreactie tussen de onderzochte groepen. Het type vaccin, de dosis en het stopzetten van medicatie maakte dus geen verschil.
Blijf boosteren
De belangrijkste boodschap van de studie is: blijf vaccineren. ‘Als we na twee of drie vaccinaties nog geen afweerreactie meten bij mensen met een nieuwe nier, zijn ze geneigd om met vaccineren te stoppen. Nu blijkt dat een volgende booster wel degelijk effect heeft, in onze studie krijgt zelfs zestig procent alsnog een reactie’, licht Hilbrands toe. ‘Na iedere booster bereiken we bij meer mensen een afweerreactie. Ook gaan de concentraties van antistoffen sterk omhoog na herhaald prikken.’
De waarde van herhaaldelijk vaccineren is in deze studie alleen aangetoond voor mensen met een nieuwe nier. Maar ook voor andere nierpatiënten adviseert Hilbrands de boosterprikken: ‘Sommige patiënten slikken ook medicijnen die het afweersysteem onderdrukken, met een verminderde reactie op vaccins tot gevolg. Andere nierpatiënten reageren beter op vaccins, maar ook voor hen blijven herhaalvaccins belangrijk, omdat het effect van vaccinatie na verloop van tijd afneemt.’