Glioblastomen zijn de meest voorkomende kwaadaardige primaire hersentumoren die in Nederland jaarlijks ongeveer 1100 patiënten treffen

De vooruitzichten voor patiënten met een glioblastoom zijn al jaren ongunstig en de behandelopties blijven beperkt. Reden om in de recent opgestarte GLOW-studie met een complete DNA-analyse te zoeken naar nieuwe behandelingen. Twaalf ziekenhuizen mee aan deze studie, in samenwerking met het Oncode Institute en de Hartwig Medical Foundation. Medisch oncoloog Ann Hoeben is vanuit het Maastricht UMC+ betrokken bij studie: ‘We nemen deel omdat we de behandelingsperspectieven willen verbeteren voor patiënten met een glioblastoom.’

Glioblastomen zijn de meest voorkomende kwaadaardige primaire hersentumoren en treffen in Nederland jaarlijks ongeveer 1100 patiënten. De vooruitzichten voor deze patiënten zijn ongunstig: nog geen vijfde van deze patiënten is twee jaar later nog in leven. De behandeling van een glioblastoom is de afgelopen jaren nauwelijks veranderd, vertelt medisch oncoloog Ann Hoeben. Ze heeft een subspecialisatie in hoofd-halsoncologie en neuro-oncologie, en hoorde van de GLOW-studie toen ze werd benaderd door het studieteam. ‘Er bestaat momenteel slechts één behandeltraject: een combinatie van radiotherapie en chemotherapie in de vorm van het kankerremmende middel temozolomide. Daarmee kunnen we slechts enkele maanden overlevingswinst bieden. Deze behandeling bieden we al sinds 2005 aan.’

GLOW-studie
Ondanks meerdere klinische studies naar nieuwe geneesmiddelen heeft geen enkele behandeling bewezen dat deze de overleving, gemiddeld slechts vijftien maanden, kan verbeteren. De GLOW studie probeert dat kennishiaat te vullen. Centraal staat onderzoek naar nieuwe gerichte en gepersonaliseerde behandelingen op basis van het genetisch profiel van een tumor bij patiënten met een terugkerend of recurrent glioblastoom. Het DNA van het tumorweefsel wordt in kaart gebracht met whole genome sequencing (WGS).

Terugkerend glioblastoom
Patiënten die al eerder zijn geopereerd aan een glioblastoom, bij wie de tumor is teruggekeerd én die in aanmerking komen voor een tweede operatie, kunnen deelnemen aan de GLOW-studie. Tijdens deze heroperatie wordt tumorweefsel weggenomen en onmiddellijk ‘fresh frozen’ opgestuurd naar het GLOW-studieteam voor het uitvoeren van de WGS-analyse. Deze gedetailleerde weefselanalyse is nieuw en moet duidelijk maken welke DNA-veranderingen de tumorgroei stimuleren bij het recurrente glioblastoom, en of die zogenaamde drivers handvatten geven voor behandelingen op maat. De insteek van de studie kan daarmee een enorme meerwaarde bieden voor de wetenschap, denkt Hoeben. ‘Om te begrijpen waarom een behandeling wel of niet aanslaat, en omdat we daardoor mogelijk extra behandelopties ontdekken. Ik hoop dat we zo in de toekomst de prognose kunnen verbeteren.’

Behandeling op maat
Bijkomend voordeel voor de patiënt is dat er dankzij WGS-resultaten uit de GLOW-studie mogelijkheden aan het licht kunnen komen voor experimentele studiebehandelingen. Daarvoor zouden patiënten anders niet in aanmerking komen. Bovendien, denkt Hoeben, kan de toename aan kennis over het ziektebeeld in de toekomst zorgen voor meer behandelingen op maat. ‘Op basis van een WGS-analyse krijgen we een beter beeld van wat er gebeurt in deze fase van de ziekte. En dat is voor de patiënt in de toekomst heel waardevol.’

Langzaam op gang
Het MUMC+ heeft momenteel één patiënt geïncludeerd in de GLOW-studie. Dat de inclusie langzaam op gang komt is volgens verwachting, zegt Hoeben. ‘De hoofdreden is dat patiënten met recurrent glioblastoom vaak niet voor heroperatie in aanmerking komen als blijkt dat de tumor niet veilig chirurgisch benaderbaar is. Bovendien zijn deze patiënten vaak in te matige conditie voor een nieuwe operatie.’ Bovendien, weet Hoeben, is wereldwijd nog niet bewezen welke plek een heroperatie moet innemen in het behandeltraject van een patiënt met een recurrent glioblastoom. ‘Er zijn tussen ziekenhuizen verschillen in het beleid bij heroperatie bij deze patiëntengroep’, zegt Hoeben. ‘Maar in ieder ziekenhuis speelt de meerwaarde voor de patiënt mee. Die is in zijn laatste levensfase, en het blijft een subjectieve afweging of we hem of haar nog een operatie moeten aandoen.’

Meer doelgerichte behandelingen
Hoeben hoopt dat de GLOW-studie leidt tot een duidelijker beleid rond heroperaties: ‘De GLOW-studie kan helpen om de cultuurverschillen rondom operaties tussen behandelcentra af te laten nemen, gedreven vanuit de wetenschap.’ De studie zal in ieder geval een schat aan informatie opleveren. ‘Dit wordt een interessant cohort om verdere analyses op te doen, omdat ik hoop dat men naast WGS de weefsels ook zal gaan gebruiken om te kijken naar componenten van de micro-omgeving van de tumor.’ Daarnaast kunnen de resultaten van de GLOW-studie worden vergeleken met eerdere weefselmonsters van dezelfde patiënt. ‘Dit kan waardevolle informatie opleveren over hoe een glioblastoom resistent wordt voor een behandeling.’ Maar dat niet alleen. Hoeben denkt dat het onderzoek, en WGS in het bijzonder, ook nieuwe biomarkers voor glioblastoom aan het licht kan brengen. Die kunnen de basis vormen voor nieuwe behandelstrategieën en richting geven aan meer doelgerichte behandelingen in de toekomst.

Voor een uitgebreide versie van dit artikel, lees: Op zoek naar de optimale behandelstrategie voor glioblastoom 

Bron: Maastricht UMC+