Deze methode is waardevol voor de gereedschapskist van een neuroloog
Bij sommige patiënten met spierklachten wordt het probleem veroorzaakt doordat de spieren zich niet goed ontspannen. Dat kan veroorzaakt worden door een erfelijke spierziekte. Maar te traag ontspannende spieren zijn niet eenvoudig te diagnosticeren. Joery Molenaar ontwikkelde een methode die dit betrouwbaar kan aantonen. Hij gebruikte ze ook meteen om enkele spierziekten verder in kaart te brengen.
De huisarts ziet veel mensen met spierklachten. “Hebben ze zwakkere en dunnere spieren, kunnen ze dingen niet goed meer vasthouden of moeilijk op hun benen staan, dan weet je als dokter dat ze problemen hebben met het aanspannen van de spieren”, zegt neuroloog Joery Molenaar. “Maar er is ook een grote groep die juist problemen heeft met het ontspannen van de spieren. Gebeurt dat te traag, dan kunnen ze last krijgen van pijn, kramp en stijfheid. Maar zo’n vertraagde spierontspanning is in de spreekkamer moeilijk vast te stellen. Toch is dat belangrijk, omdat er soms sprake is van een onderliggende, erfelijke spierziekte.”
Betrouwbare methode
Als neuroloog/klinisch neurofysioloog ziet Molenaar, werkzaam in Rijnstate, regelmatig patiënten die zijn doorgestuurd op verdenking van zo’n vertraagde spierontspanning. Met het blote oog is dat niet goed vast te stellen en meteen met een spierbiopt of genetisch onderzoek beginnen is nogal invasief en duur. De patiënt de spieren laten aanspannen en weer loslaten, levert onnauwkeurige metingen op. Daarom ging Molenaar op zoek naar een relatief eenvoudige maar betrouwbare methode om de spierontspanning te meten.
De aansturing stilleggen
Die methode is er inmiddels. Benodigdheden: een handvat om in te knijpen, aangesloten op een computer en verder ook een TMS-apparaat. Molenaar beschrijft de uitvoering: “De patiënt knijpt zo hard mogelijk in het handvat, de computer registreert de knijpkracht en als die maximaal is, geven we met het TMS-apparaat een pijnloze magnetische puls precies op het middelpunt van het hoofd waar de motorische schors zit. Die puls legt voor een kwartseconde de aansturing van de spierkracht stil, waardoor we precies en perfect getimed de snelheid van de spierontspanning kunnen meten. De methode werkt bij jong en oud, man en vrouw, gezondheid en ziekte.”
Ziekte van Brody
Molenaar heeft de methode gebruikt om meer aandacht te geven aan de mensen die zowel in de spreekkamer als de medische literatuur onderbelicht zijn gebleven: de mensen met overactieve spieren, met spieren die niet goed ontspannen. Zo laat hij in zijn promotieonderzoek zien dat er bij patiënten met de ziekte van Brody – een genetische spierziekte door mutaties in het ATP2A1 gen – sprake is van een duidelijke en kenmerkende vertraging van de spierontspanning. Daarnaast heeft hij de klinische kenmerken van deze ziekte uitgebreid in kaart gebracht. “Wij vonden onder andere dat vertraagde spierontspanning bij aanspanning van de ledematen en oogleden het belangrijkste kenmerk is van deze spierziekte. De eerste klachten ontstaan op kinderleeftijd en nemen licht toe gedurende het leven. Spierkracht was over het algemeen niet aangedaan en meerdere patiënten waren zelfs opvallend gespierd.”
Moeite met rennen en springen
Bij nemaline spierziekte type 6, een andere erfelijke spierziekte die ontstaat door mutaties in het KBTBD13 gen, zorgt de vertraagde spierontspanning er onder meer voor dat snelle bewegingen, zoals springen, rennen of traplopen, lastig zijn. Met de TMS methode werd aangetoond dat er bij deze spierziekte ook sprake is van vertraagde spierontspanning. Daarnaast werd, in samenwerking met collega’s in Amsterdam, met onderzoek in spierbiopten aangetoond dat de oorzaak van de problemen ontstaan door veranderingen in het dunne filament van de spieren. “Op deze manier proberen we de diverse spierziekten zo uitvoerig mogelijk in beeld te brengen: van onderzoek op de totale patiënt tot laboratorium onderzoek op kleine onderdelen van de spiercel”, zegt Molenaar.
Ziekmakende mutatie?
Met de nieuwe methode zijn patiënten niet alleen te screenen op een onderliggende spierziekte. Molenaar: “We kunnen er ook goed mee volgen of de patiënt bijvoorbeeld achteruit gaat of niet; eenvoudigweg door te kijken of de ontspanningssnelheid van de spieren in de loop der jaren afneemt. Bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen kunnen we ook snel beoordelen of een medicijn effect heeft op de aandoening of niet. Daarnaast wordt bij de verdenking op een spierziekte steeds vaker breed genetisch onderzoek gedaan, waarbij veel variaties in genen worden gevonden. De vraag is dan: zorgt zo’n variatie, zo’n mutatie, nou wel of niet voor de ziekte? Met onze methode kunnen we vrij snel aantonen of die mutatie ziekmakend is of niet. Zien we een normale spierontspanning, dan is het hoogst waarschijnlijk geen ziekmakende mutatie.”
Waardevolle aanvulling
Molenaar ziet veel potentie voor de nieuwe methode. Niet direct voor de huisartsenpraktijk, maar meer voor gebruik in de ziekenhuizen, de tweede lijn. Dan is er al een voorselectie van patiënten geweest en bovendien beschikken veel ziekenhuizen al over apparatuur waarmee TMS - transcraniële magnetische stimulatie – is toe te passen. “Met bloedonderzoek, elektromyografie, echo en andere technieken is de gereedschapskist van de neuroloog al aardig gevuld”, zegt Molenaar. “Maar voor patiënten met een vertraagde spierontspanning is onze methode een waardevolle aanwinst.”
Bron: Radboudumc