Met een nieuwe techniek hebben kinderoogartsen kunstlenzen geïmplanteerd bij baby’s met aangeboren staar
Als eersten in Nederland hebben kinderoogartsen van het MosaKids Kinderziekenhuis van het Maastricht UMC+ met een nieuwe techniek kunstlenzen geïmplanteerd bij baby’s met aangeboren staar. Deze implantlenzen geven kinderen met aangeboren een betere start in hun visuele ontwikkeling.
Staaroperaties bij volwassenen zijn relatief gemakkelijk voor oogartsen. Met enkele kleine sneetjes kunnen ze snel de troebele ooglens verwijderen en een heldere kunstlens implanteren. Daardoor kunnen mensen weer scherp zien. Maar de behandeling van staar bij hele jonge kinderen is een complexe operatie, omdat het oog nog erg klein is en het zicht nog niet ontwikkeld. Aangeboren staar is zeldzaam, maar de gevolgen zijn groot: zonder behandeling zullen zij niet leren zien en dus blind worden. Kinderoogartsen Bauer en Beinsberger van de Universiteitskliniek voor Oogheelkunde van het MUMC+ hebben als eersten in Nederland speciale kunstlenzen geïmplanteerd bij baby’s van slechts enkele maanden oud.
Staaroperatie bij baby’s
Bij baby’s met aangeboren staar wordt altijd de troebele lens verwijderd, omdat staar een normale visuele ontwikkeling in de weg staat. Bij kinderen onder de twee jaar kon er eerder geen kunstlens geïmplanteerd worden. Dat is nu wel mogelijk. ‘Dat betekent dat kinderen minder afhankelijk zijn van sterke contactlenzen, veel sneller kunnen leren kijken en veel eerder gewoonweg een bril kunnen gaan dragen’, licht Bauer toe. ‘Ook vermindert het risico op contactlensgerelateerde ooginfecties en bespaart dit de kinderen en hun ouders het ongemak van die lenzen.’ Een belangrijk ander voordeel van deze nieuwe techniek is het achterwege blijven van nastaar.
De eerste patiënten
Eind vorig jaar implanteerden de oogartsen met succes kunstlenzen bij twee baby's van drie en zes maanden oud. ‘Nu, een half jaar later, gaat het goed met hen, hun visuele ontwikkeling is bijzonder vlot en prachtig om te zien’, vertelt Beinsberger. ‘Bij beide baby’s zien we geen infecties, geen problemen met de oogdruk of andere complicaties. We blijven deze kinderen zoals gebruikelijk regelmatig en voor een lange tijd opvolgen.’ De artsen willen de procedure vaker gaan toepassen. ‘We leggen uit dat als tijdens de operatie blijkt dat het oog te klein is of de lens niet goed blijft zitten, we kunnen terugvallen op de standaardprocedure. De eigen lens moet er hoe dan ook uit. Maar we kunnen nu de implantlens aanbieden als een extra behandeloptie.’
Speciale lens
Het materiaal en de sterkte van de implantlens verschillen van de kunstlenzen voor volwassenen, maar ook de techniek waarmee de kunstlens wordt geplaatst is anders bij baby’s. Zo wordt de lens niet in het lenszakje geplaatst, maar bevestigen de oogartsen het lenszakje rondom de kunstlens. Deze techniek wordt ‘bag in the lens’ genoemd. Door de speciale manier van plaatsen ontstaat er geen nastaar, wat dezelfde klachten en problemen zou geven als de gewone staar. Om deze nieuwe procedure onder de knie te krijgen gingen Bauer en Beinsberger in de leer bij de Antwerpse oogarts en hoogleraar Marie-José Tassignon, die de techniek ontwikkelde en al langer wereldwijd met succes toepast.
Bron: Maastricht UMC+