In Nederland vinden zo'n 3.300 beenamputaties per jaar plaats
6 op de 10 mensen ontwikkelen postamputatiepijn nadat een ledemaat is afgezet. Het LUMC en zes andere centra gaan onderzoeken of een preventieve, relatief eenvoudige zenuwoperatie kan voorkomen dat patiënten deze pijn krijgen. Wanneer succesvol willen de centra ervoor zorgen dat deze zenuwbehandeling standaard wordt bij beenamputaties.
In Nederland vinden zo'n 3.300 beenamputaties per jaar plaats. Op dit moment is de standaard dat een chirurg de uiteinden van de doorgesneden zenuwen afbindt of doorbrandt. Daardoor blijft zenuwletsel achter in de stomp. In ruim de helft van de gevallen lijdt dat tot postamputatiepijn zoals fantoompijn, de pijn die iemand voelt in een geamputeerd lichaamsdeel. Die pijn kan van ernstige invloed zijn op iemands dagelijks functioneren en leiden tot hoog medicijngebruik.
Zenuw iets te doen geven
Elke zenuw heeft een regeneratief vermogen, de eigenschap om zichzelf te herstellen. Een doorgesneden zenuw zal daarom uitgroeien, op zoek naar aansluiting met de rest van het zenuwstelsel. Dit zenuwlitteken kan ontzettend veel pijn geven. "Netjes afsnijden en opbergen kan helpen, maar nog beter is om de zenuw iets te doen te geven", zegt neurochirurg Justus Groen. "Dat doen we in dit geval door de afgesneden zenuw aan het zenuwuiteinde van een spier in de stomp te hechten. Omdat de zenuw weer verbinding heeft, zal het geen pijnlijk zenuwlitteken vormen. Dat is de grootste winst. Het gevolg is dat mensen na de amputatie kunnen gaan mobiliseren en bijvoorbeeld een prothese kunnen gaan dragen."
Ingreep om fantoompijn te voorkomen
De techniek die Groen beschrijft is niet nieuw. In de praktijk is al gebleken dat de methode werkt. Alleen gebeurt die ingreep pas nadat een patiënt postamputatiepijn heeft gekregen, vaak weken of maanden na de amputatie zelf. Met als nadeel dat de patiënt opnieuw geopereerd moet worden.
Het LUMC en zes andere Nederlandse ziekenhuizen willen de zenuwoperatie preventief gaan doen, dus op het moment dat het been wordt afgezet en de patiënt nog op de operatietafel ligt. Om het definitieve wetenschappelijke bewijs te geven dat de werkwijze werkt, starten de betrokken centra onder leiding van het LUMC in de zomer met een studie. Artsen schatten dat de zenuwoperatie slechts een half uur extra opereren kost.
Samenwerking tussen neurochirurgen, vaatchirurgen en revalidatieartsen
Voor het onderzoek gaan neurochirurgen, vaatchirurgen en revalidatieartsen in het LUMC intensief samenwerken. De vaatchirurg doet de amputatie en de neurochirurg sluit de zenuw aan. Later is de bedoeling dat vaatchirurgen ook de zenuwingreep doen. Vaatchirurg Jan van Schaik: "De techniek ken ik, maar het is net als met een tent opzetten: de praktijk is soms net even anders. Je moet het een paar keer gedaan hebben om het helemaal goed te doen. Daarom zullen we het de eerste keren samendoen."
Ook zijn revalidatieartsen betrokken bij het onderzoek. Zij zien de partiënten na de amputatie en kijken onder meer naar functieverbetering en prothesegebruik.
Toekomst
Aan de studie zullen 260 patiënten met perifeer vaatlijden (ook wel etalagebenen genoemd) die een amputatie van het been moeten ondergaan, meedoen. De zenuwoperatie kan in de toekomst ook uitkomst bieden voor mensen die vanwege een andere reden een been verliezen. De eerste resultaten van de nieuwe studie worden over vijf jaar verwacht.
Patiëntenvereniging Korter Maar Krachtig onderschrijft het belang van deze studie.
Bron: LUMC