Patiënten met de zeldzame ontstekingsziekte sarcoïdose krijgen op dit moment prednison voorgeschreven als standaardbehandeling
Prednison is momenteel het medicijn van eerste keuze tegen de ontstekingsziekte longsarcoïdose. Uit nieuw onderzoek blijkt dat het middel methotrexaat even effectief is. Het voordeel van methotrexaat is dat het bij langdurig gebruik minder bijwerkingen heeft.
Patiënten met de zeldzame ontstekingsziekte sarcoïdose krijgen op dit moment prednison voorgeschreven als standaardbehandeling. Dit medicijn werkt op de korte termijn tegen de klachten, maar heeft ook aanzienlijke bijwerkingen zoals gewichtstoename, slaapproblemen en psychische klachten. De keuze voor prednison als voorkeursmiddel berust tevens op beperkt wetenschappelijk bewijs.
Grotere rol methotrexaat
In een nieuwe studie vergeleken onderzoekers prednison als voorkeursmiddel voor het eerst rechtstreeks met het medicijn methotrexaat. Methotrexaat wordt nu pas gebruikt bij longsarcoïdose als prednison onvoldoende werkt of te veel bijwerkingen geeft.
Methotrexaat blijkt als middel van eerste keus even effectief als prednison, rapporteren de onderzoekers in het New England Journal of Medicine. Ze verwachten dat deze bevinding ervoor zorgt dat methotrexaat een grotere rol zal gaan spelen in de behandeling van sarcoïdose.
Sarcoïdose is een zeldzame ziekte waarbij spontaan ontstekingen ontstaan in verschillende organen en weefsels van het lichaam. Er vormen zich ophopingen van witte bloedcellen, zogeheten granulomen. Bij 90 procent van de patiënten zitten deze granulomen ook in de longen. Mensen met longsarcoïdose hebben last van kortademigheid, hoesten en vermoeidheid. Het Erasmus MC is een erkend expertisecentrum voor sarcoïdose.
Aan de studie deden 138 patiënten met longsarcoïdose uit 17 ziekenhuizen mee, die nog geen eerdere behandeling hadden gehad. De patiënten werden willekeurig verdeeld in twee groepen: 70 ontvingen prednison en 68 ontvingen methotrexaat. De patiënten werden 24 weken behandeld en gevolgd.
Prednison en methotrexaat waren na de behandeling van 24 weken even effectief tegen de symptomen van longsarcoïdose, maar de maximale werking van methotrexaat trad later op dan die van prednison.
Bijwerkingen
In het totaal aantal bijwerkingen zagen de onderzoekers geen verschil tussen de groep die prednison kreeg en de groep die methotrexaat kreeg. Na 24 weken hadden patiënten die methotrexaat kregen minder bijwerkingen. Gewichtstoename, slapeloosheid en toegenomen eetlust waren de meest voorkomende bijwerkingen in de prednisongroep. Misselijkheid, vermoeidheid en levertestafwijkingen waren de meest voorkomende bijwerkingen in de methotrexaatgroep. ‘Opvallend was dat de bijwerkingen in de methotrexaatgroep vaker tijdelijk van aard waren’, legt longarts prof. Marlies Wijsenbeek-Lourens van het Erasmus MC uit. Zij zette de studie op.
‘Opvallend was dat de bijwerkingen in de methotrexaatgroep vaker tijdelijk van aard waren’
De onderzoekers benadrukken het belang van gezamenlijke besluitvorming tussen patiënt en arts bij het kiezen van de meest geschikte behandeling. De gevonden verschillen tussen prednison en methotrexaat in de tijd tot effectiviteit en het type bijwerkingen is daarbij belangrijke informatie, stellen arts-onderzoekers Vivienne Kahlmann en Karen Moor van het Erasmus MC. ‘Sommige patiënten hechten meer waarde aan snelle verbetering van symptomen en zijn minder bang voor bijwerkingen. Andere patiënten bereid zijn langer te wachten op effect van de behandeling om de bijwerkingen van prednison te vermijden.’
De onderzoekers hopen in de toekomst een keuzehulp te ontwikkelen die kan helpen bij het maken van de optimale keuze voor de individuele patiënt.
De PREDMETH-studie is een landelijke samenwerking tussen onderzoekers, artsen en patiënten en werd gefinancierd door het Longfonds met een consortiumbeurs voor het Erasmus MC, het St Antonius Ziekenhuis en het UMC Utrecht.
Bron: Erasmus MC