Meer vrouwen worden longarts, mannen stromen meer uit.

De komende jaren zullen vooral vrouwen instromen in het beroep longarts en zullen mannen uitstromen. Hierdoor zullen er meer longartsen in loondienst gaan werken, in minder uren. Dit blijkt uit een vragenlijstonderzoek van onderzoeksinstituut NIVEL.

Mannelijke longartsen zijn in de oudere leeftijdsgroepen oververtegenwoordigd, maar van de longartsen in opleiding is 70% vrouw. De toename van het aandeel vrouwen zal in de toekomst waarschijnlijk doorwerken in veel kenmerken van de beroepsgroep. Uit de enquête blijkt bijvoorbeeld dat vrouwen vaker in loondienst werken dan mannen, minder uren werken (42,8 versus 51,2) en dat ze vaker dan mannen verwachten in de komende vijf jaar meer te gaan werken (5,9% van de vrouwen versus 1,6% van de mannen).

Pensioenleeftijd
De gemiddelde verwachte pensioenleeftijd voor zowel mannelijke als vrouwelijke longartsen ligt rond de 65 jaar. Interessant is dat deze verwachting verschilt tussen leeftijdsgroepen. Jonge longartsen verwachten met ongeveer 64,5 jaar met pensioen te gaan. Voor oudere longartsen geldt dat zij een verwachte pensioenleeftijd aangeven van ruim 65 jaar.  Dit heeft waarschijnlijk te maken de mate waarin men de eigen pensioenleeftijd kan inschatten: hoe langer men vooruit moet kijken hoe onzekerder de inschatting is.

Buitenlandse in- en uitstroom
In- en uitstroom van en naar het buitenland komt voor, maar het gaat om kleine aantallen en de perioden die longartsen in het buitenland werken zijn kort. Ook van de kleine groep die de opleiding tot longarts in het buitenland heeft gevolgd keert een groot deel (ruim de helft) terug naar Nederland voor een baan als longarts.

Over het onderzoek
Het NIVEL deed onderzoek naar de arbeidsmarkt voor longartsen in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT). Deze resultaten van dit onderzoek zijn gebaseerd op een enquête die in het voorjaar van 2017 is uitgezet onder alle bij de NVALT bekende (werkzame) longartsen of longartsen in opleiding. Op deze enquête heeft 68% van de longartsen gereageerd.