Zorgen over omgangsvormen en tegenstellingen
2020 eindigt totaal anders dan het begon. Dat geldt ook voor de publieke stemming. Waar in januari 2020 het optimisme en politiek vertrouwen net boven het gemiddelde* lag en men heel optimistisch was over de economie, veranderde de stemming aan het begin van de coronacrisis. Terugkijkend op dit jaar, zien we zowel grote schommelingen als constanten in de publieke opinie.
In april steeg het optimisme over Nederland, dankzij de goede coronacijfers van dat moment, de intelligente lockdown en een sterk gevoel van saamhorigheid. In oktober was die stemming omgeslagen en overheerste het pessimisme. Het vertrouwen in de politiek steeg aan het begin van de crisis sterk. In juli en oktober daalde het vertrouwen, maar het ligt nog steeds aanzienlijk hoger dan in januari 2020. Over de economie werd men vanaf april somber en dat bleef de rest van het jaar zo.
Lichtpunten van april maken plaats voor pessimisme
Dit voorjaar was er nog een relatief hoopvolle coronastemming vanwege daling in besmettingscijfers, saamhorigheid en daadkrachtig optreden van de regering, dit najaar overheerste somberheid. Men geeft aan dat dit pessimisme werd veroorzaakt door stijgende coronacijfers, omdat men de corona-aanpak te traag vond en omdat de saamhorigheid van eerder ver te zoeken is. Ook maken veel mensen zich zorgen over de economie. In oktober verwacht 79% van de ondervraagden het komende jaar een verslechtering van de economie. Het is nog niet bekend wat de effecten zijn van de tweede lockdown op de coronastemming. Die stemming is dit jaar beweeglijk gebleken, maar het is waarschijnlijk dat ook in december het pessimisme overheerst. Als de coronacijfers de goede kant opgaan of er zicht is op snelle distributie van een vaccin, kan de stemming mogelijk weer wat optimistischer worden.
Zorgen over omgangsvormen en tegenstellingen
Het gevoel van saamhorigheid en ‘het samen moeten doen’ werden aan het begin van de coronacrisis gezien als één van de lichtpuntjes van de crisis die hoop gaven voor de toekomst. Ook dat gevoel nam vanaf de zomer af. In oktober zijn er weer evenveel zorgen over omgangsvormen en een gebrek aan respect als voor de coronacrisis. Veel mensen maken zich zorgen over anderen die zich niet aan de coronamaatregelen houden. Een meerderheid van Nederland denkt dat de coronacrisis tegenstellingen tussen groepen vergroot. Daarbij maakt men zich zorgen om bestaande tegenstellingen tussen jong en oud of arm en rijk. Ook de controverses over het virus en de maatregelen zorgen voor tegenstellingen. Men maakt zich zorgen over de sociale en economische gevolgen op termijn en over de gevolgen van stress en isolement. Men zegt dat de lontjes van mensen korter lijken te worden. Deze zorgen over tegenstellingen zijn overigens niet nieuw: ook voor de coronacrisis waren de zorgen hierover al groot.
Vertrouwen in politiek nog altijd hoger dan voor de crisis, wel lager dan in april en meer kritiek
Aan het begin van de coronacrisis is het vertrouwen in de politiek sterk gestegen. In juli daalde het politiek vertrouwen. In oktober gaf twee derde de politiek een voldoende – en dat is nog altijd aanzienlijk hoger dan in januari 2020 toen ongeveer de helft van de Nederlanders dat deed. De stijging van het vertrouwen in de regering die we in het voorjaar zagen, is geworteld in afnemend cynisme. Burgers hebben een positievere indruk van de competenties van politici en denken vaker dat politici oog hebben voor het landsbelang. Dit sluit aan bij de manier waarop mensen hun vertrouwen in de regering in hun eigen woorden toelichten. Zij noemen zowel de corona-aanpak als de goede bedoelingen en het harde werken als redenen om de regering te vertrouwen. Vergeleken met het begin van de coronacrisis is de kritiek dit najaar wel gegroeid, vooral op de aanpak van de crisis door de overheid. Er zijn twijfels of de regering wel tijdig genoeg ingreep, over de logica achter de maatregelen. In oktober is een meerderheid voorstander van een strenge overheid en strengere maatregelen, een kleine groep vindt de maatregelen te ver gaan.
Verklaringen voor hoger politiek vertrouwen sinds coronacrisis
Ook angst voor een coronabesmetting blijkt een oorzaak van de stijging in vertrouwen in de regering sinds maart. Wie bang is voor een coronabesmetting, geeft aan meer politiek vertrouwen te hebben. Ook is deze groep sinds het voorjaar minder gedaald in vertrouwen, dan bij de groep die geen angst voor corona ervaart. Angst is een bekend onderdeel van de rally ‘round the flag. Dit fenomeen laat zien dat in reactie op een externe dreiging de steun voor politieke leiders stijgt vanwege een hang naar veiligheid. Ook beleidsvoorkeuren over de aanpak van de crisis (aanpak pandemie vs. heropenen economie) beïnvloeden het vertrouwen tijdens de tweede golf. Onder burgers die de economie willen heropenen is de vertrouwensdaling in oktober sterker dan onder burgers die de pandemie zo hard mogelijk de kop in willen drukken. Wat de tweede lockdown betekent voor het vertrouwen in de politiek is nog onduidelijk. Een vertrouwensstijging van de omvang van dit voorjaar is echter niet te verwachten. Dat komt omdat het nu geen plotselinge crisis meer is die ons overkomt en omdat er meer publieke en politieke discussie is over de noodzaak van de gekozen aanpak dan afgelopen voorjaar.
*Het gaat hier over het gemiddelde politiek vertrouwen in de periode 2008-2020.
Zie ook
Burgerperspectieven 2020|4