Oververtegenwoordiging van mensen met slechte gezondheid in penitentiaire inrichtingen
Veel gedetineerden ervaren complexe gezondheidsproblemen; gemiddeld ligt hun mentale en fysieke welzijn beduidend lager dan dat van niet-gedetineerden. Uit onderzoek van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) in samenwerking met het Nivel en Universiteit Leiden blijkt dat deze gezondheidsverschillen al voorafgaand aan de detentieperiode aanwezig waren en – tot op zekere hoogte – gerelateerd zijn aan sociaaleconomische verschillen en niet zozeer aan de detentieperiode. Verder blijkt dat aanwezige gezondheidsproblemen niet veranderen in de periode dat mensen gevangen zitten.
Dit onderzoek is uniek omdat de samenwerking tussen de drie partijen het mogelijk maakte om gegevens uit verschillende databases te verbinden, waardoor voor het eerst kon worden onderzocht hoe de gezondheid van gedetineerden voorafgaand aan de detentie verschilt van niet-gedetineerden en in welke mate de gezondheidsproblemen voor en na detentie van elkaar verschilden. Het onderzoek wordt vandaag gepubliceerd in The Lancet Regional Health - Europe.
Oververtegenwoordiging van mensen met slechte gezondheid in penitentiaire inrichtingen
In vergelijking met de algemene bevolking ervaren gedetineerden meer lichamelijke problemen, zoals infectieziekten en chronische aandoeningen, en meer psychische problemen als depressie, verslavingsproblematiek en persoonlijkheidsstoornissen. Tot nu toe was het onduidelijk in hoeverre gedetineerden al voorafgaand aan hun detentieperiode in een slechte gezondheid verkeren of dat hun slechte gezondheid een effect is van de detentie. Om dit goed te onderzoeken moet een groep gedetineerden namelijk over een langere tijd worden gevolgd, moet hun gezondheid voor en na de detentieperiode zijn onderzocht én moet de gezondheid van een vergelijkbare groep niet-gedetineerden worden onderzocht.
Voorafgaand aan detentie al veel lichamelijke en psychische problemen
Het onderzoek wijst uit dat de gezondheidsverschillen vóór detentie tot op zekere hoogte gerelateerd zijn aan sociaaleconomische verschillen tussen gedetineerden en niet-gedetineerden.. Vergeleken met niet-gedetineerden rapporteerden mannelijke gedetineerden vaker sociale problemen, neurologische problemen, spijsverteringsproblemen, problemen gerelateerd aan het genitale systeem en niet-gespecificeerde gezondheidsproblemen in het jaar voor de detentieperiode. Ter illustratie: 43,7% van de gedetineerden meldde zich met psychische problemen bij hun arts in het jaar voorafgaand aan de detentie, tegenover 17,6% van de niet-gedetineerden.
Geen veranderingen tijdens detentie
In de studie werden geen veranderingen gevonden in gezondheidsproblemen over de tijd, van vóór naar ná de detentieperiode; niet voor de gedetineerden en niet voor de controlegroep met niet-gedetineerden.
Detentieperiode biedt unieke kans om gezondheidsproblemen aan te pakken
Veel personen die een periode in detentie zitten, hebben zowel voor als na deze periode veel en complexe gezondheidsproblemen. Hun gezondheid is dan ook een aandachtspunt voor zorgverleners, zowel degenen die binnen de gevangenismuren werken als zij die erbuiten werken. In het onderzoek werd geen negatief gezondheidseffect van de detentieperiode zelf gevonden, maar ook geen positief effect. Het goede nieuws is: gezondheid verslechtert niet verder in detentie. Het slechte nieuws is dat de gezondheid ook niet beter wordt. Een voorzichtige conclusie kan zijn dat de periode van detentie een mogelijkheid biedt om de aanzienlijke gezondheidsproblemen van een groep kwetsbare mensen te verbeteren.
Over het onderzoek
Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van drie gegevensbronnen: gegevens over detentieperiodes zijn gekoppeld aan achtergrondgegevens en aan gegevens over gezondheidsproblemen waarvoor mensen naar de huisarts gingen. Binnen de streng beveiligde omgeving van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) werden geanonimiseerde gegevens van 952 gedetineerden die in 2014 of 2015 vastzaten, vergeleken met een controlegroep van 4.760 niet-gedetineerden.
Meer weten?
Het onderzoek maakt deel uit van het NSCR-onderzoeksprogramma naar criminaliteit en rechtshandhaving en het Nivel-onderzoeksprogramma Zorgdata en het Lerend Zorgsysteem