Slechts 22% van de deelnemers heeft in de week voor het onderzoek het advies om mondkapjes buiten op drukke plekken te dragen, nageleefd
Nederland is al een tijd in de ban van het coronavirus. Om beter te begrijpen hoe mensen denken over de afgekondigde maatregelen, wat hun drijfveren zijn om zich hier aan te houden en wat de impact op mensen is, houden het RIVMRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en GGDGemeentelijke Gezondheidsdienst GHORGeneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio in de Regio Nederland (samen met de regionale GGD’en) een groot onderzoek. Het onderzoek gaat over het gedrag van mensen, wat ze vinden van de gedragsmaatregelen van de overheid en hoe het fysiek, mentaal en sociaal met ze gaat in dit coronatijdperk. Kijk hier voor informatie over de methode en representativiteit van dit onderzoek.
Tussen de huidige meetronde (19-23 januari 2022) en de vorige meetronde (24-28 november 2021) van het vragenlijstonderzoek is de omikronvariant dominant geworden in Nederland. De vorige meetronde werd vlak voor de aankondiging van de lockdown gehouden en de huidige meetronde vlak voor de beëindiging van die lockdown. Tijdens de huidige meetronde waren onder andere horeaca en culturele instellingen nog gesloten.
Minder zorgen om het virus, lager draagvlak voor gedragsregels
Er was eind november nog veel onbekend over de nieuwe omikronvariant en dat ging gepaard met een toenemend gevoel van dreiging onder de onderzoeksdeelnemers. Inmiddels is bekend dat het ziekteverloop bij de omikronvariant milder is, en maken weer minder mensen zich zorgen om het virus. We zien hetzelfde patroon voor draagvlak voor de maatregelen en hoe goed mensen vinden dat de maatregelen helpen om het virus te onderdrukken: een toename in de vorige ronde en nu weer een afname. De daling in draagvlak is het sterkst voor het advies om zoveel mogelijk thuis te werken, het advies om maximaal 4 gasten thuis te ontvangen, en het advies om bij klachten in quarantaine te gaan. Het draagvlak voor het nieuwe advies om op drukke plekken buiten een mondkapje te dragen is lager dan op andere locaties: 60% van de deelnemers staat achter het dragen van een mondkapje op drukke plekken buiten, tegenover 80% in publieke binnenruimtes.
Slechts 22% van de deelnemers heeft in de week voor het onderzoek het advies om mondkapjes buiten op drukke plekken te dragen, nageleefd. Dit is voor binnenruimtes 88% en het OVopenbaar vervoer 98% (stabiel). De belangrijkste daling is te zien voor ventilatie van de woning (van 74% aan het begin van de herfst naar 31% in november en nu 25%). De belangrijkste stijgers zijn het vermijden van drukke plekken (de horeca was o.a. nog gesloten), thuisblijven bij klachten en testen bij klachten. Naleving van hygiëne adviezen en de 1,5-meter regel was stabiel. Het lukt mensen nog steeds het minst goed om afstand te houden bij het boodschappen doen, op een feestje en op het werk. Twee-derde van de deelnemers die op het werk geen afstand heeft gehouden, gaf aan dat dit niet kon vanwege het type werk (bijvoorbeeld in de zorg) of de inrichting van de werkomgeving.
Meer testen bij klachten na aangepast testbeleid
Een ruime meerderheid van de deelnemers (83%) heeft deze ronde een coronatest gedaan vanwege klachten: een toename van 4 procentpunt. Het aandeel mensen dat alleen een PCRpolymerase chain reaction heeft gedaan is gedaald (van 33% naar 22%), terwijl het aandeel dat alleen een zelftest (29% naar 39%) of na een zelftest nog een PCR test heeft gedaan (17% naar 22%), is gestegen. Sinds 3 december 2021 is het advies dat bij klachten ook een zelftest kan worden gedaan. Vandaar dat er nu een grote stijging wordt gerapporteerd in naleven van testen bij klachten, terwijl de toename eigenlijk bescheiden is (4 procentpunt). Bij kinderen is een zelfde toename zichtbaar, 92% van de kinderen deed bij klachten een coronatest (vorige ronde 86%).
Nu ook een zelftest volstaat bij klachten, is het draagvlak voor deze gedragsregel toegenomen (terwijl het draagvlak voor alle andere gedragsregels is gedaald) en geven deelnemers aan dat ze het nu gemakkelijker vinden om te testen bij klachten. Deelnemers met meerdere of zware klachten en deelnemers die aangeven dat ze zelftesten minder betrouwbaar vinden, kiezen bij klachten eerder voor een GGDGemeentelijke Gezondheidsdienst-test dan een zelftest.
Toename naleving quarantaine bij klachten, afname naleving isolatie
Met het aangepaste testbeleid is ook de naleving van het quarantaine-advies bij klachten flink toegenomen: 63% ging helemaal niet naar buiten totdat ze een negatieve testuitslag hadden. Dit was de vorige meetronde 44%. Dit komt waarschijnlijk doordat mensen nu makkelijk en snel een zelftest kunnen doen en bij een negatieve uitslag weer naar buiten kunnen. We zien daarentegen een daling van 65% naar 56% van het percentage deelnemers dat thuisblijft na een positieve testuitslag. De belangrijkste reden voor mensen om naar buiten te gaan (35% van de positief geteste deelnemers) was om een frisse neus te halen of om de hond uit te laten. Van de deelnemers die een quarantaine advies kregen wegens een besmet nauw contact, bleef 52% thuis terwijl 27% alleen naar buiten ging om een frisse neus te halen of de hond uit te laten.
Het quarantaine-advies na nauw contact werd bovendien als het minst duidelijk ervaren (dit advies werd ook recent aangepast): 56% van de deelnemers vond de informatie duidelijk tegenover 70% met een positieve testuitslag. Het moment waarop je weer naar buiten mag was duidelijk voor ongeveer 64% van de deelnemers in beide situaties. In vrije opmerkingen benoemen deelnemers tegenstrijdige informatie van de rijksoverheid, ziekenhuizen en/of GGDen vaak als reden voor de verwarring.
Meer deelnemers missen sociale contacten, toename in coronamoeheid
Sinds half oktober 2021 is het percentage deelnemers dat het mist om vrienden en familie in het echt te zien, toegenomen van 24% tot 55% in de huidige meetronde. Dat gaat samen met een toename in gevoelens van eenzaamheid onder alle leeftijdsgroepen. De helft van de deelnemers geeft aan het zat te zijn om over het coronavirus te horen en twee op de 10 zijn het beu om zichzelf te beperken om mensen met een kwetsbare gezondheid te beschermen. In vrije opmerkingen geven deelnemers aan dat het tijd is om te “leven met het virus” en te richten op herstel.
Geen verdere daling in vertrouwen, wel onvrede over verdeling in de maatschappij
Het vertrouwen in het coronabeleid van de overheid is sinds de vorige meetronde 3% gestegen: 19% van de deelnemers heeft (heel) veel vertrouwen (48% neutraal en 33% (helemaal) geen vertrouwen). Er is deze meetronde een toename in het aantal deelnemers dat aangeeft dat de overheid onvoldoende rekening houdt met verschillende belangen bij het bepalen van de coronamaatregelen (56% vorige ronde versus 68% nu) en ervaren meer deelnemers de maatregelen als onlogisch of onduidelijk (62% vorige ronde versus 71% nu). In de vrije opmerkingen benoemen deelnemers het belang van maatwerk bij het invoeren van versoepelingen: kijk naar wat mogelijk is in welke setting en biedt meer transparantie over hoe keuzes worden gemaakt.
De helft van de deelnemers (50%) vindt dat er nu te veel maatregelen zijn (39% voldoende, 11% te weinig). Dat is een flinke toename ten opzichte van de vorige meetronde (9% te veel, 23% voldoende, 68% te weinig). Hierbij moet worden opgemerkt dat de huidige meetronde vlak voor de beëindiging van de lockdown is afgenomen. Deze getallen zullen nu dus substantieel veranderd zijn.
Dit en meer blijkt uit de achttiende ronde van het vragenlijstonderzoek van de RIVMRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Corona Gedragsunit in samenwerking met GGD GHORGeneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio en de 25 GGD’en, uitgevoerd tussen 19 en 23 januari 2022 onder 44.227 deelnemers.