Cardiovasculair risicomanagement (CVRM) richt zich op het voorkomen van hart- en vaatziekten

Openbare apotheken verstrekten in 2022 aan 4,2 miljoen mensen een geneesmiddel voor cardiovasculair risicomanagement. Afhankelijk van de specifieke CVRM-middelen die de patiënt gebruikt, lopen de gemiddelde kosten per gebruiker sterk uiteen. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.

Cardiovasculair risicomanagement (CVRM) richt zich op het voorkomen van hart- en vaatziekten. De groep geneesmiddelen die daarbij wordt  ingezet, is niet strak omlijnd. De SFK rekent de volgende groepen tot de CVRM-middelen: antitrombotica, hartmiddelen, cholesterolverlagers en middelen tegen hoge bloeddruk. Laatstgenoemde groep kent als belangrijkste vertegenwoordigers plasmiddelen, bètablokkers, calciumantagonisten en RAAS-remmers.

Kwart bevolking
Openbare apotheken verstrekten in 2022 minstens eenmaal een CVRM-middel aan 4,2 miljoen mensen (+2,4% ten opzichte van 2021). Dit komt overeen met zo’n kwart van de Nederlandse bevolking. De meeste patiënten gebruiken twee tot drie verschillende soorten middelen, veelal een cholesterolverlager, bloeddrukverlager en/of antitromboticum.

De totale uitgaven aan CVRM-middelen kwamen in 2022 uit op bijna € 1,3 miljard, 5,3% meer dan in 2021. Met 4,2 miljoen gebruikers levert dat per gebruiker een gemiddelde uitgave op van zo’n € 300. Deze uitgaven zijn echter zeer scheef verdeeld, afhankelijk van de specifieke middelen die de patiënt gebruikt. Zo bedroegen de uitgaven aan bètablokker metoprolol en cholesterolverlagers atorvastatine en simvastatine in 2022 maar respectievelijk € 68, € 55 en € 48 per gebruiker.

Deze middelen staan in de CVRM-uitgaven top 10 vanwege hun hoge gebruikersaantallen. Daartegenover staan de veel minder gebruikte PCSK9-remmers evolocumab en alirocumab, twee relatief nieuwe cholesterolverlagers, met ieder gemiddeld meer dan € 4000 aan uitgaven per gebruiker per jaar.

Koplopers in de uitgaven top 10 zijn de DOAC’s apixaban en rivaroxaban, waaraan per middel door 200.000 personen ruim € 120 miljoen is besteed. Hekkensluiter is eveneens een DOAC: aan edoxaban is € 35 miljoen uitgegeven. Het toegenomen gebruik van relatief dure CVRM-medicatie heeft ervoor gezorgd dat de uitgaven aan deze middelen in de afgelopen tien jaar zijn gestegen met 51%, terwijl het gebruik (in DDD’s) in dezelfde periode is toegenomen met 9,5%.

Bron: SFK