CNV peiling kinderopvang: Een derde van de werknemers voelt zich niet veilig
Pedagogisch medewerkers in de kinderopvang hebben grote moeite met de veiligheid op het werk. Dat blijkt uit een peiling van CNV Zorg & Welzijn onder leden. Ruim een derde voelt zich onveilig door het gevaar van besmetting met corona. De gevoelens van onveiligheid worden vooral veroorzaakt doordat de richtlijnen van het protocol kinderopvang in de praktijk moeilijk uitvoerbaar zijn.
Dertig procent van de medewerkers geeft aan dat ouders hun kinderen, tegen de richtlijnen in, tóch naar de opvang brengen met verschijnselen die op besmetting met het coronavirus kunnen duiden. Zo zegt een van de respondenten: “Ouders proberen hun kind toch te brengen al zijn ze ziek. Sommigen leveren ze met een ingebrachte zetpil af.”
Daarnaast geeft twintig procent aan dat afstand houden tot halende en brengende ouders niet mogelijk is. Ook het afstand houden tot collega’s en kinderen ouder dan vier jaar levert problemen op. Een van de respondenten: Afstand tot kinderen van 4-5 jaar houden is niet altijd mogelijk, in verband met troosten, wondverzorging of veters strikken.
Anneke Westerlaken, voorzitter CNV Zorg & Welzijn vindt dat de werkgevers zich meer gelegen moeten laten liggen aan de gevoelens van onveiligheid van werknemers: “Kinderopvangorganisaties moeten ouders duidelijker uitleggen dat je kind brengen tot het hek ook écht niet verder is dan het hek. Ouders moet op het hart gedrukt worden dat kinderen die ziek zijn niet op de opvang thuishoren. De werkgever is verantwoordelijk voor optimale hygiëne in het kinderdagverblijf, ook als dat meer schoonmaakbeurten en dus meer geld kost dan normaal.”
CNV Zorg en Welzijn pleit ook voor volledige voorziening van beschermingsmiddelen en testen voor een zo veilig mogelijke werkomgeving voor medewerkers in de kinderopvang.