Bij werknemers leidt het verlies van kind het vaakst tot afwezigheid van het werk
In 2022 werkte 6 procent van alle werknemers in de voorafgaande twee jaar enige tijd niet of niet volledig na het overlijden van een dierbare. Bij 4 procent van de werknemers was dat vanwege het verlies van een partner, kind of een ouder. Het ging om een afwezigheid van een week of langer. Werknemers die een kind verloren, waren het vaakst voor langere tijd afwezig. Dit blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van het CBS en TNO, die in het laatste kwartaal van 2022 is uitgevoerd.
Het is de eerste keer dat CBS en TNO onderzoek hebben gedaan naar de afwezigheid van werknemers wegens het overlijden van een naaste. Aan werknemers die hierdoor in de twee jaar voorafgaand aan de enquête langer dan een week niet (volledig) hebben gewerkt, is gevraagd hoe zij hun afwezigheid met de werkgever geregeld hadden.
Vooral na verlies kind of partner langer dan een week niet aan het werk
Vooral na het verlies van een kind of partner duurde het langer dan een week voordat werknemers weer (volledig) aan het werk waren. Ruim drie kwart (76 procent) van de werknemers die een kind verloren, was langer dan een week niet of niet volledig aanwezig. Bij werknemers van wie de partner is overleden was dat 65 procent. Als het niet ging om een partner, kind of ouder, was 13 procent van de werknemers na een sterfgeval na een week nog niet (volledig) aan het werk.
Ziekmelding na verlies van kind of partner, verlof na verlies ouder
Werknemers die na het overlijden van een naaste langer dan een week niet (volledig) konden werken, regelden dit op verschillende manieren met de werkgever. Na het verlies van een partner of kind meldden de meesten zich ziek. Na het verlies van een ouder maakten werknemers vaker gebruik van ander betaald verlof, zoals bijzonder verlof of maatwerkafspraken, dan van ADV- of vakantiedagen. 1 op de 7 werknemers die niet of minder werkten na het verlies van een naaste, regelden dat met meerdere regelingen tegelijkertijd.
1 op de 6 had meer steun kunnen gebruiken
Werknemers die langer dan een week (deels) afwezig waren, is ook gevraagd of hun werkgever iets had kunnen doen om hen (nog) beter te ondersteunen. Ongeveer 1 op de 6 (16 procent) vond van wel. Hun werkgever had bijvoorbeeld kunnen informeren hoe het ging, minder druk kunnen zetten om weer aan het werk te gaan, of meer vrije tijd kunnen geven zonder dat dit ten koste ging van hun verlofsaldo. Vooral werknemers die ADV- of vakantiedagen hadden opgenomen om na het verlies van een naaste niet te hoeven werken, vonden dat de werkgever meer had kunnen doen.
Bron: CBS