De uitstroom van vitamine D uit het basispakket raakt kwetsbaren onevenredig hard
Een kleine meerderheid van de Tweede Kamer verwerpt een motie om vitamine D in het basispakket te behouden. De coalitiepartijen VVD, D66, CDA en CU stemden dinsdag 5 juli tegen deze motie, net als de SGP en het zelfstandig lid Nilüfer Gündoğan. Daarmee schaart de meerderheid van de Kamer zich achter het advies van het Zorginstituut om vitamine D niet meer te vergoeden. Het Kamerlid Mohammed Mohandis (PvdA) diende samen met een breed palet aan oppositiepartijen een tegenvoorstel over vitamine D in.
In zijn motie legt het PvdA-Kamerlid, samen met zijn collega-Kamerleden van de SP, GroenLinks, DENK, PVV, BIJ1 en het zelfstandig lid Liane Den Haan, nadruk op de kwetsbaarheid van mensen die vitamine D ter hand krijgen gesteld door de apotheker. Zo wijzen zij erop dat één op de vijf gebruikers vitamine D in een medicijnrol ontvangt. Eerder richtten patiëntenverenigingen en seniorenorganisaties, samen met de KNMP, zich op politiek Den Haag om hen te wijzen op de nadelige gevolgen van de pakketuitstroom van vitamine D. Deze coalitie heeft grote zorgen over de medische, maatschappelijke en financiële gevolgen.
Tijdens het eerder gehouden Kamerdebat over vitamine D keerde een groot deel van de Tweede Kamer zich al tegen het kabinetsbesluit. De uitstroom van vitamine D uit het basispakket raakt kwetsbaren onevenredig hard, stelde het Tweede Kamerlid Corinne Ellemeet (GroenLinks). Het staat volgens haar haaks op het voornemen van het kabinet om de gezondheidsverschillen tussen Nederlanders te verkleinen. Andere Tweede Kamerleden maken zich zorgen over de mogelijk hogere zorgkosten in de toekomst door botbreuken.
De Tweede Kamer stemde wel unaniem in met een andere motie die de regering verzoekt om eind 2023 al de eerste effecten te publiceren van de uitstroom van vitamine D uit het basispakket. Daarbij is de regering verzocht om de Tweede Kamer nog dit jaar te informeren over hoe deze monitor en/of evaluatie eruit gaat zien. De Kamer ziet graag dat de effecten op de therapietrouw en financiële effecten worden gemeten, maar ook hoe ervoor wordt gezorgd dat de gevolgen voor kwetsbare groepen goed in beeld worden gebracht.