De KNMP pleit voor het behoud van (kosten)effectieve geneesmiddelen in het basispakket
Diverse Tweede Kamerleden hebben hun zorgen geuit over de mogelijke verdere uitstroom van geneesmiddelen uit het basispakket. Dat deden volksvertegenwoordigers tijdens een debat over het zorgverzekeringsstelsel op 21 juni 2023. Zo wees Tweede Kamerlid Caroline van der Plas (BBB) op het mogelijke risico van verminderd gebruik en hogere zorgkosten in de tweedelijnszorg op de lange termijn. “Apothekers verliezen het zicht op of mensen hun geneesmiddelen innemen”, aldus Van der Plas.
Het Zorginstituut werkt deze zomer in opdracht van minister Kuipers (VWS) aan een afwegingskader om te beoordelen welke zorg wel en niet meer vergoed moet worden uit het verzekerde pakket. Dit kader zal in eerste instantie worden gebruikt voor het beoordelen van vergoede geneesmiddelen. “Ik heb zelf het gevoel dat het gevolg daarvan zo maar kan zijn dat er nog meer geneesmiddelen uit het pakket gaan”, aldus Tweede Kamerlid Liane den Haan (GOUD). De volksvertegenwoordiger liet tijdens het debat weten nog altijd verbijsterd te zijn over de eerdere uitstroom van vitamine D uit het verzekerde pakket. “Apothekers zien dat kwetsbare patiënten geneesmiddelen laten liggen in de apotheek”, aldus Den Haan. “Een opstapeling van zorgkosten leidt volgens apothekers tot verminderd gebruik en dus tot gezondheidsverlies.”
De KNMP pleit voor het behoud van (kosten)effectieve geneesmiddelen in het basispakket. Het gaat om geneesmiddelen die op grond van richtlijnen worden voorgeschreven en ter hand gesteld. Het niet meer vergoeden van relatief goedkope medicijnen kan mogelijk leiden tot een verschuiving naar een minder kosteneffectieve therapie die nog wel wordt vergoed. De komende maanden wijst de KNMP het Zorginstituut en de Tweede Kamer op het belang van het vergoeden van geneesmiddelen uit het basispakket, ook met het oog op de medicatieveiligheid en -bewaking rondom het gebruik van geneesmiddelen.
Minister Kuipers (VWS) gaf tijdens het debat aan niet vooruit te willen lopen op het afwegingskader en verdere advisering vanuit het Zorginstituut. De bewindspersoon heeft in zijn adviesaanvraag het Zorginstituut gevraagd om bij haar komende adviezen rekening te houden met de (financiële) effecten van langdurig en/of zeer hoog gedoseerd geneesmiddelgebruik door bepaalde patiëntengroepen. Alsmede voor de gevolgen van verplaatsing van de dienstverlening, zoals mogelijke neveneffecten van de veranderende rol van de apotheker.
In het derde kwartaal van 2023 wordt het afwegingskader van het Zorginstituut verwacht. Als het afwegingskader eenmaal klaar is, vraagt de minister het Zorginstituut het kader toe te passen op “extramurale geneesmiddelen die ook zonder recept te koop zijn of waarvoor (nagenoeg) gelijkwaardige alternatieven zonder recept bestaan en waarvoor de kosten mogelijk voor eigen rekening van de burger kunnen komen.” Geneesmiddelenadviezen zullen vanuit het Zorginstituut volgen in 2024 of later.
Lees meer over de inzet van de KNMP in het dossier over het basispakket
Bron: KNMP