Adequate beoordeling van de ernst of ‘diepte’ van de brandwond is van essentieel belang voor een goede behandeling
Voor een goede behandeling van brandwonden is een adequate beoordeling van de ernst of ‘diepte’ van de brandwond essentieel. Omdat er wereldwijd verschillende classificatiesystemen ter beoordeling van brandwonden gebruikt worden, is een juiste vergelijking van klinische studies niet goed mogelijk. Mariëlle Jaspers presenteert in haar promotieonderzoek ‘Beyond the skin: new insights in burn care’ een nieuw schema ter beoordeling van brandwonden. Internationaal gebruik van deze classificatie kan leiden tot een betere vergelijking van klinische studies wereldwijd en daarmee een verbetering van de wondbehandeling bij brandwonden.
Iedere brandwondenarts stelt zichzelf regelmatig de vraag: ”zal deze brandwond genezen door middel van conservatieve behandeling (met verbandmiddelen) of is een chirurgische behandeling (met huidtransplantaties) nodig?” Om de juiste behandeling te bepalen is een adequate beoordeling van de ernst of ‘diepte’ van de brandwond essentieel. En de behandeling is weer van belang om een uitspraak te kunnen doen over de wondgenezing en daarmee ook over de uiteindelijke littekenkwaliteit. De beoordeling van de brandwond betreft dus niet alleen een diagnose, maar ook een prognose over de toekomst van de patiënt.
Vergelijking klinische studies
Wereldwijd is ‘klinische evaluatie’ de meest gebruikte methode om brandwonden te beoordelen. Door visuele en tactiele inspectie van het wondoppervlak (met het menselijk oog en de tastzin) wordt de wond ingedeeld in een bepaalde categorie van een classificatiesysteem. Mariëlle Jaspers: “In mijn onderzoek kwam ik verschillende classificatiesystemen tegen die gelijktijdig worden gebruikt. Het ene systeem spreekt over drie gradaties in brandwonden, het andere over zes. Ook de beschrijving van bijvoorbeeld een 2e graads brandwond kan sterk afwijken in de verschillende classificaties. Doordat er verschillende classificaties voor één en dezelfde brandwond worden gebruikt, is het niet goed mogelijk om uitkomsten van klinische studies met elkaar te vergelijken. En dat bemoeilijkt de keuze voor de allerbeste behandeling van de patiënt.”
Standaardisatie classificatie
Jaspers benadrukt het belang om een gemeenschappelijke taal te spreken, zowel in onderzoek als in de klinische beoordeling van patiënten met brandwonden. Jaspers: “Ik heb de verschillende classificatiesystemen naast elkaar gelegd en gekeken hoe we tot een uniform systeem kunnen komen. Ik stel daarbij een classificatie voor die (inter)nationaal gebruikt kan worden bij de beoordeling van brandwonden. Het beoordeelt een brandwond op de pathofysiologie, klinische symptomen en de uitkomsten van het meetinstrument Laser Doppler imaging (wanneer deze beschikbaar is). Dit is state-of-the-art technologie en momenteel het beste meetinstrument om de doorbloeding van brandwonden, en daarmee de verwachtte tijd tot genezing, vast te stellen. Tot slot omvat het schema ook een aantal mogelijke behandelmodaliteiten.”
Reconstructieve operatietechnieken
Naast de beoordeling van brandwonden, richt het onderzoek zich op een eenduidige evaluatie van littekens en op de inzet van nieuwe technieken binnen de reconstructieve chirurgie. Twee beschreven nieuwe reconstructieve operatietechnieken dragen aantoonbaar bij aan een betere littekenkwaliteit en daarmee een hogere kwaliteit van leven van brandwondenpatiënten: vettransplantatie en het gebruik van perforator huidlappen. Vettransplantatie biedt de mogelijkheid om een dunne maar functionele glijlaag van lichaamseigen vet onder de littekens te reconstrueren. Uit het onderzoek komt verder naar voren dat de littekenkwaliteit na gebruik van lokale huidlappen (inclusief bloedvat/perforator) – vergeleken met een huidtransplantaat van volledige dikte – superieur is. “Gezien het overtuigende bewijs dat zowel perforator huidlappen als vettransplantatie effectieve, veelzijdige en veilige behandelingen zijn, doe ik de aanbeveling om deze technieken toe te voegen als behandelopties binnen de reconstructieve brandwondenchirurgie”, aldus Jaspers.
Conclusies
Jaspers’ promotieonderzoek geeft nieuwe inzichten in de classificatie van brandwonden, in uitkomstmaten voor de beoordeling van brandwonden en littekens en in het gebruik van juiste terminologie. Het beschrijft twee nieuwe reconstructieve operatietechnieken die kunnen bijdragen aan een betere littekenkwaliteit en daardoor kwaliteit van leven van brandwondenpatiënten. Ook wordt in het onderzoek een aantal nieuwe projecten aangehaald, die de komende jaren een belangrijke rol zullen spelen binnen de verbetering van de brandwondenzorg.
Mariëlle Jaspers promoveert met haar proefschrift ‘Beyond the skin: new insights in burn care’ op donderdag 1 februari aanstaande aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Voor haar proefschrift werkt Mariëlle Jaspers onder meer in het VUmc en RKZ Brandwondencentrum Beverwijk onder begeleiding van professor Paul van Zuijlen en professor Esther Middelkoop. Het onderzoek van Mariëlle Jaspers wordt gefinancierd door de Nederlandse Brandwonden Stichting.