Een lagere dosis is zelfs af te raden, omdat die de effectiviteit van de behandeling kan verminderen
Alleen een hoge leeftijd is meestal geen reden om de dosering van kankermedicijnen te verlagen, blijkt uit promotieonderzoek van Marie-Rose Crombag in het Antoni van Leeuwenhoek. “Een lagere dosis is zelfs af te raden, omdat die de effectiviteit van de behandeling kan verminderen en de overleving mogelijk verslechtert.”
Met het klimmen der jaren neemt het risico op kanker toe. Kanker wordt om die reden ook wel een ouderdomsziekte genoemd. Zo is meer dan de helft van de patiënten met prostaat-, long- of huidkanker (melanoom) ouder dan 65 jaar. Kankergeneesmiddelen als chemo-, immuno- en doelgerichte therapie worden gebruikt om de ziekte bij patiënten met verschillende leeftijden te bestrijden. De registratiestudies van veel van deze anti-kankermedicijnen keken voornamelijk naar jonge, fitte patiënten, terwijl we in de praktijk vaak oudere, minder fitte patiënten zien. De vraag rijst of oude en jonge patiënten op dezelfde wijze behandeld kunnen worden.
Volledige dosering
Marie-Rose Crombag laat met haar onderzoek zien dat ouderen met kanker inderdaad veelal dezelfde behandelingen kunnen krijgen als jongere patiënten, bijvoorbeeld ook net zo vaak een combinatie met twee middelen. Bij enkele anti-kankermedicijnen zijn oncologen soms geneigd om bij oudere patiënten te starten met een lagere dosis dan bij jongere patiënten. Marie-Rose: “Natuurlijk moet je bij de keuze voor een behandeling altijd de wensen en fitheid van de patiënt meenemen, maar kijk je naar het risico op bijwerkingen, dan is er meestal geen reden om bij ouderen met een lagere dosis te starten, anders dan de redenen die ook voor jongere patiënten gelden.” In het bloed van ouderen vond ze bij behandeling met anti-kankermedicijnen geen hogere concentraties van die stoffen dan bij jongeren. Haar advies is dan ook om – ongeacht de leeftijd van de patiënt – te starten met de volledige dosering die past bij het soort kanker en de effecten goed te monitoren.
Docetaxel uitzondering
Een uitzondering vormt docetaxel, een chemotherapie die vaak wordt ingezet bij de behandeling van prostaatkanker. “Dit middel vermindert de aanmaak van bloedcellen, waardoor je een tekort krijgt aan verschillende bloedcellen. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld bloedarmoede en geeft risico op infecties en ziekenhuisopnames. Hierbij wordt de behandeling vaak tijdelijk gestopt en daarna in een lagere dosis herstart. Bij ouderen zien we deze tekorten in bloedcellen vaker dan bij jongere patiënten”, legt ze uit. “Bij docetaxel is het daarom verstandig 70-plussers goed te volgen én preventief groeihormonen te geven.” Groeihormonen stimuleren de aanmaak van nieuwe bloedcellen. “Met deze maatregelen kan ook aan oudere patiënten de gangbare dosis van docetaxel worden gegeven. Dat is belangrijk, want daardoor verbetert mogelijk de uiteindelijke overleving.”
Immunotherapie
Probleem is wel nog dat oudere patiënten met kanker vaak ondervertegenwoordigd zijn in geneesmiddelonderzoek waarin de farmaceutische industrie de effectiviteit en veiligheid van medicijnen onderzoekt. Deze zogenaamde registratiestudies zijn nodig om een nieuw medicijn geregistreerd te krijgen voor toelating op de markt. In haar onderzoek zag Marie-Rose wel een lichtpuntje: in registratiestudies van nieuwere anti-kankermedicijnen, namelijk immunotherapie, komt de leeftijdsopbouw van de patiënten beter overeen met de dagelijkse praktijk. “Dat is belangrijk, want dat geeft een handvat voor de behandeling van ouderen in de dagelijkse praktijk. Kennelijk werpen initiatieven van de Europese geneesmiddelenautoriteit EMA en de Amerikaanse Food and Drug Administration om onderzoekspopulaties beter af te stemmen op de praktijk hun vruchten af.” De ouderen in deze registratiestudies zijn vaak wel fitter dan ouderen die je in de spreekkamer ziet. Daarom blijft het belangrijk dat we deze oudere patiënten gaan volgen in de dagelijkse praktijk.