De besluitvorming rondom een behandelplan is van oudsher ziektegericht en technisch
Door een passend behandelplan te maken, waarbij de wensen en voorkeuren van de patiënt voor de behandeling zijn meegenomen, kan de zorg voor oudere patiënten met kanker aanzienlijk worden verbeterd.
Dat stelt onderzoeker en internist ouderengeneeskunde Suzanne Festen van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Deze aanpak zal uiteindelijk ook leiden tot minder complicaties tijdens het behandeltraject en kortere ziekenhuisopnames. Woensdag 3 november promoveert Festen aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Patiënt betrekken
Kanker treft vaak oudere patiënten. Door een technische benadering van de ziekte worden de context, voorkeuren en doelen van de patiënt niet of nauwelijks meegewogen in het besluitvormingsproces. Daardoor bestaat de kans dat zij worden over- of onderbehandeld. Volgens Festen is het van belang om juist deze kwetsbare oudere patiënten bij het plan te betrekken. In deze fase van hun leven kunnen zij andere waarden hebben dan jongere patiënten als het gaat om hun kwaliteit van leven. Hierbij gaat het niet altijd om levensverlenging, maar heeft bijvoorbeeld het behoud van zelfstandigheid of kwaliteit van leven meer prioriteit. Ook als daar een kortere levensverwachting tegenover staat.
Behandeladvies op maat
De besluitvorming rondom een behandelplan is van oudsher ziektegericht en technisch. Behandelbesluiten worden genomen in een multidisciplinair team waarbij de mening en de context van de patiënt nu vaak onderbelicht zijn. Soms heeft een medisch specialist geen goed beeld van wat voor de patiënt belangrijk is. Festen onderzocht een nieuwe werkwijze voor ouderen patiënten met kanker. Hierbij werd niet alleen gekeken naar welke ziekte de patiënt heeft, maar ook naar wie de persoon is die de ziekte heeft en wat voor hem of haar van waarde is.
Verpleegkundigen speelden in deze werkwijze een belangrijke rol, door in een vroeg stadium met de patiënten in gesprek te gaan om een goed beeld te krijgen van de patiënt en zijn doelen en voorkeuren. Onderdeel van dit gesprek was een verkort geriatrisch assessment. Door deze informatie te delen in een multidisciplinair overleg, waarbij naast oncologisch specialisten ook verpleegkundigen en internisten ouderengeneeskunde aanwezig waren, werd gekeken naar welke behandeling het beste past bij de ziekte én bij de persoon.
Vervolgens werd er een behandeladvies op maat gemaakt. Bij een kwart van de patiënten werd naar aanleiding van de aanvullende informatie van de verpleegkundige de behandeling aangepast naar minder intensief en werd er dus afgeweken van de bestaande richtlijn. Ondanks de aanpassing in het behandeladvies was de sterfte in het eerste jaar gelijk voor beide groepen. Patienten met een aangepast behandelplan lagen gemiddeld 3,5 dag korter in het ziekenhuis en het percentage complicaties daalde met 22 procent.
Investeren in trainen van verpleegkundigen
Geen passend behandelplan zonder de inbreng van getrainde verpleegkundigen. Dit vanwege hun kennis over het behouden of verbeteren van de kwaliteit van leven in relatie tot ziekte en gezondheid en hun toegankelijkheid voor de patiënt. Festen pleit er in haar proefschrift voor te investeren in het trainen van (oncologisch) verpleegkundigen die het gesprek met de patiënt aan kunnen gaan en te zorgen dat ze hier ook voldoende tijd voor krijgen. Hierdoor is er een goed beeld van de patiënt op het moment dat er een besluit genomen moet worden.