Triple-negatieve borstkanker is een agressieve vorm van borstkanker
Borstkanker-onderzoekers van het UMC Utrecht hebben ontdekt dat een bepaald eiwit kan voorspellen of een chemokuur effectief is bij agressieve borstkanker. Bij vrouwen met borstkanker en veel FER-eiwit is de kans groter dat chemotherapie met taxanen zal aanslaan. Dat blijkt uit een onderzoek dat 5 april verscheen in het gerenommeerde wetenschappelijk tijdschrift Cell Reports.
Triple-negatieve borstkanker is een agressieve vorm van borstkanker. Vrouwen met triple-negatieve borstkanker krijgen vaak een behandeling met chemotherapie. Het doel van de chemotherapie is om het risico op uitzaaiingen zo klein mogelijk te maken, waardoor de kans op overleving groter is.
De behandeling met chemotherapie slaat niet bij alle vrouwen even goed aan. Ook hebben veel vrouwen vaak last van vervelende bijwerkingen, zoals vermoeidheid, bloedarmoede, misselijkheid en haaruitval. "Het zou daarom enorm helpen als we van tevoren kunnen zeggen of een behandeling met chemotherapie effect gaat hebben," zegt hoogleraar pre-klinische oncologie Patrick Derksen van het UMC Utrecht.
Veel FER-eiwit, meer baat bij chemotherapie
Zijn onderzoeksgroep heeft ontdekt dat een bepaald eiwit kan voorspellen of een chemokuur gaat werken bij triple-negatieve tumoren. Vrouwen met borstkanker en veel van het zogenaamde 'FER-eiwit' hebben meer baat bij een behandeling met chemotherapie.
Specifiek gaat het om een chemokuur met taxanen, een medicijn dat onder andere de celdeling remt. "Het eiwit FER zorgt voor het herbruikbaar maken van andere eiwitten die de kankercellen nodig hebben om te kunnen uitzaaien," legt Derksen uit. "De taxanen remmen dit proces."
Test die aangeeft of chemokuur zinvol is
De onderzoekers werken nu aan een test die aantoont of een triple-negatieve borsttumor veel of weinig FER-eiwit bevat. Bij veel FER is de kans groot dat de taxanen-chemokuur aanslaat.
Derksen: "De test willen we al bij de diagnose gaan inzetten, zodat we beter een behandeling op maat kunnen voorstellen. De test gebeurt in het lab met het afgenomen tumormateriaal. Van patiënten vragen we niks extra's. We gaan met deze test klinische studies doen om onze voorspelling te bevestigen, en zodoende een meer gepersonaliseerde en effectieve behandeling te kunnen aanbieden."