Het consortium, PREPARE geheten, zal zoveel mogelijk data bijeen gaan brengen over geboorten tijdens de coronapandemie

Neonatoloog-epidemioloog dr. Jasper Been heeft vrijdag 8 april de De Snoo van ’t Hoogerhuijs Senior Award voor reproductieve wetenschappen in ontvangst genomen. Aan de prijs is een bedrag van 40.000 euro verbonden.

Jasper Been zal het geld besteden aan het vervolg op een studie die hij en zijn mede-onderzoekers in oktober 2020 in The Lancet Public Health publiceerden. Daaruit bleek dat na de eerste coronamaatregelen in maart 2020 het aantal vroeggeboorten significant daalde. Hoe dat precies kwam is nog altijd onduidelijk.

Been heeft het afgelopen 1,5 jaar een consortium bijeen gebracht met daarin veel organisaties en beroepsgroepen die bij de Nederlandse geboortezorg betrokken zijn. Het consortium, PREPARE geheten, zal zoveel mogelijk data bijeen gaan brengen over geboorten tijdens de coronapandemie.

Perined
Data uit het Perined bijvoorbeeld, de databank waarin verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen en andere zorgverleners alle gegevens over zwangerschap en geboorte registreren. ‘Die gegevens willen we koppelen aan data van het CBS, waar onder meer gegevens over de sociale status van de wijk en de etniciteit van jonge ouders worden geregistreerd. En het Radboudumc heeft met vragenlijsten al ruim 3000 mensen geênqueteerd die in coronatijd een kind hebben gekregen.’

Uit de studie van oktober 2020 bleek dat het aantal vroeggeboorten tijdens de eerste lockdown met 15 tot 23 procent was afgenomen. De daling was het sterkst in de eerste week na 9 maart, toen het kabinet in een van de eerste persconferenties dringend adviseerde te stoppen met handen geven en veelvuldig de handen wassen. De daling bleef enige maanden zichtbaar.

Hielprik
De eerste studie had z’n beperkingen. Been en zijn mede-onderzoekers analyseerden voor deze studie de anonieme gegevens uit de hielprik-screening. Daardoor kon bijvoorbeeld nog geen antwoord worden gegeven op de vraag: als het aantal vroeggeboorten afnam, nam dan misschien het aantal doodgeboren baby’s toe?

‘De hoofdvraag luidt: wat is er in coronatijd gebeurd met de perinatale uitkomsten? We zagen minder vroeggeboorten, maar zijn de vroeggeboorten die er wél waren voornamelijk spontaan, of werden ze juist ingeleid? Overleden er meer of minder kinderen in de baarmoeder? En: is er iets te zeggen over de verschillende bevolkingsgroepen waar minder vroeggeboorten plaats vonden?’

Eerste kinderarts
Dat Been de De Snoo Senior Award heeft gekregen, is uitzonderlijk. De De Snoo van ’t Hoogerhuijs Stichting reikt de prijs tweejaarlijks uit aan wetenschappers die zich bezig houden met reproductieve wetenschappen in de breedste zin van het woord. ‘Ik schijn de eerste kinderarts te zijn die hem krijgt’, zegt Been.

‘Het is een mooie erkenning voor ons als consortium. De vragen die de studie van oktober 2020 heeft opgeroepen, worden als prangend gezien. We kunnen ermee beginnen te leren van de antwoorden, die ons hopelijk helpen om toekomstige vroeggeboorten uiteindelijk zoveel mogelijk te voorkomen.’

Geboortegolf
Eén ding is zeker: de coronapandemie heeft een ongekend effect gehad op de geboorten in Nederland. Het verminderde aantal vroeggeboorten is 1 ding, later in de coronacrisis vond ook een grote geboortegolf plaats. ‘Welke gezinnen hebben besloten om juist nu een kind te krijgen? Speelde mee dat veel mensen ontspannener waren door het thuis werken en de rust die neerdaalde in de maatschappij? En welke gezinnen zagen er juist vanaf omdat het zulke onzekere tijden waren? Ik vind dat intrigerend.’

Junior
Sofie van Zundert, PhD student van de afdeling Verloskunde en Gynaecologie (Periconceptie Epidemiologie) kreeg vrijdag de De Snoo van ’t Hoogerhuijs Junior Award. Zij mocht 15.000 euro in ontvangst nemen.

Met dit bedrag zal zij binnen het Rotterdam Periconceptie Cohort (Predict studie) biomarkers van maternale stress laten bepalen om meer inzicht te verkrijgen in de biologische processen die plaatsvinden in vrouwen die blootgesteld worden aan sociale, medische en leefstijl gerelateerde ‘kwetsbaarheidsfactoren’ tijdens de periode rond de conceptie. Hiermee hoopt zij nieuwe biomarkers te vinden die kunnen ondersteunen bij het identificeren van kwetsbare vrouwen.