Onderzoek toont aan dat er een relatie is tussen beweeggedrag en de gezondheid van het hart, maar geeft geen inzicht in het causale verband

Vervang zitten een paar minuten per dag voor matig-intensieve lichaamsbeweging, en het heeft een betere gezondheid van het hart tot gevolg. Dit blijkt uit internationaal onderzoek, waaraan onder meer Maastricht UMC+ en het Radboudumc meewerkten. Het onderzoek is nu gepubliceerd in European Heart Journal. Dit is het eerste grote onderzoek waarin is uitgezocht hoe verschillende bewegingspatronen gedurende 24 uur per dag verband houden met de gezondheid van het hart.

Dit internationale onderzoek is uitgevoerd binnen het ProPASS consortium, en stond onder leiding van wetenschappers van University College Londen en University of Sydney. De onderzoekers maakten gebruik van data van studies met beweegmeterdata, waaronder de Nijmegen Exercise Study (Radboudumc) en De Maastricht Studie (Maastricht UMC+).

Beweeggedrag
De onderzoekers analyseerden gegevens van zes onderzoeken die 15.246 mensen uit vijf landen omvatten, om te zien hoe beweeggedrag gedurende de dag samenhangt met de gezondheid van het hart. Daarvoor brachten ze gemeenschappelijke indicatoren in kaart, zoals BMI, buikomvang, cholesterol en bloedsuikerspiegel. Elke deelnemer heeft een beweegmeter gedragen op het bovenbeen om de activiteiten gedurende 24 uur per dag te meten.

Model
Vervolgens identificeerden de onderzoekers patroon van gedragingen die samen een 24-urige dag vormen, waarbij de tijd die besteed wordt aan matig- tot zwaar-intensieve activiteiten het meeste voordeel oplevert voor de gezondheid van het hart, gevolgd door lichte activiteiten, staan en slapen in vergelijking met de negatieve impact van zitten. Het team maakte een model van wat er gebeurt als iemand een week lang elke dag verschillende hoeveelheden van het ene gedrag vervangt door een ander gedrag. Zo schatten ze het effect op de gezondheid van het hart voor elk scenario. Slechts vijf minuten matig-intensieve beweging in plaats van zitten had een merkbaar positieve relatie met de gezondheid van het hart.

Verbeteringen
Een voorbeeld: voor een 54-jarige vrouw met een gemiddelde BMI van 26,5 bijvoorbeeld, vertaalde een verandering van 30 minuten zitten zich in een lagere BMI met 0,64. Dit is een verschil van 2,4%. De verandering van 30 minuten dagelijkse zittende of liggende tijd naar tenminste matig-intensieve lichaamsbeweging kan zich ook vertalen in een afname van 2,5 cm (2,7%) in middelomtrek of een verlaging van de bloedsuikerspiegel van 3,6%.

Onderzoeker Annemarie Koster, vanuit het Maastricht UMC+ medeauteur van het onderzoek, zegt: ‘De belangrijkste conclusie van ons onderzoek is dat kleine veranderingen in activiteit een positief effect kunnen hebben op de gezondheid van je hart, maar dat de intensiteit van de beweging ook belangrijk is.’ Daarnaast geeft betrokken Radboudumc-onderzoeker Esmée Bakker aan: ‘We zien dat de gezondheidsvoordelen van een verandering in leefstijl het grootst zijn bij de meest inactieve personen.’

Dit onderzoek toont aan dat er een relatie is tussen beweeggedrag en de gezondheid van het hart, maar geeft geen inzicht in het causale verband. Met andere woorden: we weten nog niet op welke manier het beweeggedrag precies leidt tot een gezonder hart. Om dit in kaart te brengen zal het onderzoek in het kader van ProPASS in de komende jaren worden voorgezet en zullen ook lange-termijn studies worden uitgevoerd.

Beweegmeterdata
Annemarie Koster benadrukt het belang van beweegmeters: ‘Met behulp van beweegmeterdata kunnen we beter onderscheid maken tussen soorten lichamelijk activiteit en kunnen we ook subtiele variaties hierin met grotere precisie inschatten. Dit was tot nu toe met vragenlijstgegevens bijna onmogelijk.’ Esmée Bakker vult aan: ‘Ik verwacht dat toekomstige beweegrichtlijnen voor een belangrijk deel gebaseerd zullen worden op het bewijs van grootschalige studies met beweegmeters zoals de Nijmegen Exercise Study of De Maastricht Studie. Internationale samenwerking zoals in het kader van ProPASS is hiervoor cruciaal, om data van grote groepen mensen uit verschillende landen samen te brengen. Voor de ontwikkeling van nieuwe beweegrichtlijnen is het namelijk belangrijk dat veel verschillende mensen vertegenwoordigd zijn.’

ProPASS
Deze studie is het eerste resultaat dat voortkomt uit het internationale Prospective Physical Activity, Sitting and Sleep (ProPASS) consortium. ProPASS is een internationale samenwerking van studies wereldwijd met beweegmeterdata. Dr. Ir. Annemarie Koster (Care and Public Health Research Institute (CAPHRI), afdeling Sociale Geneeskunde, Maastricht UMC+) en Dr. Esmée Bakker (PreventionHub, Radboudumc) zijn daarbij vanuit Nederland actief betrokken vanuit respectievelijk De Maastricht Studie en de Nijmegen Exercise Study. In deze Nederlandse studies hebben meer dan 8000 deelnemers een week lang een beweegmeter gedragen op het bovenbeen.

Bron: Maastricht UMC+