Een BCD zet geluidsgolven om in trillingen die via het schedelbot rechtstreeks naar het binnenoor worden geleid, waar ze door de hersenen als geluid worden waargenomen
In het UMCG kregen onlangs voor het eerst in Nederland twee kinderen een nieuw type gehoorimplantaat. De plaatsing van dit specifieke type gehoor implantaat, een actief transcutaan bone conduction device (BCD), is onderdeel van een Europese klinische studie die de veiligheid en effectiviteit van dit gehoorimplantaat onderzoekt bij kinderen tussen 3 en 12 jaar.
Een BCD zet geluidsgolven om in trillingen die via het schedelbot rechtstreeks naar het binnenoor worden geleid, waar ze door de hersenen als geluid worden waargenomen. Zo worden het trommelvlies en de gehoorbeentjes omzeild. Dit maakt de techniek geschikt voor patiënten bij wie het buitenoor, de gehoorgang, het trommelvlies of het middenoor niet zijn aangelegd of niet goed functioneren, bijvoorbeeld door aangeboren afwijkingen of chronische oorontstekingen.
Minder infecties, natuurlijker uiterlijk
Er zijn twee typen BCD’s: het percutane en het transcutane systeem. Bij het percutane systeem wordt een implantaat in het schedelbot geplaatst, waarbij het verlengstuk door de huid heen steekt. Het toestel kan vervolgens op dit verlengstuk worden vastgeklikt. Dit geeft direct en goed geluid af.
Bij het nieuwe transcutane systeem wordt de huid aan het einde van de operatie volledig gesloten. Het systeem bestaat uit een inwendig en uitwendig deel die met elkaar verbonden zijn via een magneet. Het uitwendige deel vangt de geluidsgolven op. Deze geluidsgolven worden door de huid overgedragen aan het inwendige deel dat het schedelbot laat trillen. Het is belangrijk om te meten (en weten) of er via het transcutane systeem er voldoende geluid bij het slakkenhuis terecht komt in vergelijking met percutane systemen.
“Bij het percutane systeem, waarbij het verlengstuk door de huid komt, is er een risico op infecties aanwezig. Dit risico is kleiner bij het transcutane systeem”, legt onderzoeksleider en hoogleraar KNO Myrthe Hol uit. “Daarnaast blijft het percutane implantaat altijd zichtbaar, zelfs wanneer het toestel er niet op zit. Bij het transcutane systeem is dat niet het geval. Uiteraard moet er om te kunnen horen wel een toestel met microfoon op de intacte huid worden geplaatst via de magneet. Dat deel blijft zichtbaar.”
'Een patiënte merkte niet alleen verschil in het contact met andere mensen, maar ook in horen van kleine, alledaagse geluiden'
Het nieuwe type BCD dat in deze studie wordt onderzocht, is platter dan eerdere toestellen. Daardoor kan het bij kleine kinderen — die een kleinere schedel hebben dan volwassenen — eenvoudiger operatief worden geplaatst.
Door de magnetische verbinding bestaat er wel een risico dat het toestel bij kinderen, tijdens het spelen sporten en bewegen, gemakkelijker losraakt. “In deze studie onderzoeken we daarom onder meer of de magneten sterk genoeg zijn en treffen we voorzorgsmaatregelen door het toestel met een veiligheidskoord aan de kleding te bevestigen”, zegt Hol.
Europese studie naar werking, gebruik en ervaring
De kinderen die onlangs in het UMCG deze BCD hebben gekregen, doen mee aan een studie waarin de werking, het gebruik en de ervaringen van henzelf en hun ouders worden onderzocht. Het UMCG is een van de twee Nederlandse centra die deelnemen aan deze Europese studie.
Ook in Spanje en het Verenigd Koninkrijk zijn inmiddels enkele kinderen behandeld. Hol: “Alleen door klinisch onderzoek kan worden vastgesteld of het toestel bij kinderen even goed werkt, en comfortabel is en veilig blijft, ook als kinderen groter worden.”
Positieve ervaringen
De studie bij kinderen bouwt voort op eerder onderzoek in het UMCG, dat heeft geleid tot goedkeuring van dit type BCD voor gebruik bij volwassenen en kinderen ouder dan 11. Een recente wetenschappelijke publicatie uit dit onderzoek toont aan dat gebruikers van dit type toestel heel positief zijn: niet alleen over de operatie en het herstel, maar vooral over de hoorverbetering in het dagelijks leven.
“Een patiënte die al tien jaar kampte met chronische oorontstekingen en daardoor geen regulier hoortoestel kon dragen, kreeg dit type implantaat,” vertelt Hol. “Ze merkte niet alleen verschil in het contact met andere mensen, maar ook in horen van kleine, alledaagse geluiden, zoals het zachte ruisen wanneer je met je hand over je kleding strijkt.”
Als de uitkomsten van het huidige onderzoek bij kinderen ook positief zijn, kan het apparaat goedgekeurd worden als medisch hulpmiddel bij kinderen en beschikbaar worden als reguliere zorg. Hol: “We willen dat met name jongere kinderen met gehoorproblemen kunnen blijven profiteren van horen via botgeleiding en met de juiste indicatie ook van de nieuwste technologie. Dat kan in die belangrijke fase van hun leven, in de spraak- en taalontwikkeling, sociale contacten en kwaliteit van leven, een grote verbetering betekenen.”
Bron: UMCG
/a_650_0029.jpg)
/G_650_303.jpg)
/d_650_0265.jpg)
/a_650_0032.jpg)
/e_650_0055.jpg)
/H325_IST_24519_164786.jpg)
/a_650_0583.jpg)
/a_650_1148.jpg)
