In week 48 overleden 1 250 meer mensen dan verwacht
In de eerste week van december (week 48, 29 november tot en met 5 december 2021) overleden naar schatting 4 300 mensen. Dat zijn er ongeveer 1 250 meer dan verwacht. De sterfte is verhoogd onder alle leeftijden, en zowel onder Wlz-zorggebruikers als onder de overige bevolking. Dat meldt het CBS op basis van de voorlopige sterftecijfers per week.
Sinds begin augustus (week 31) ligt de sterfte boven de verwachte sterfte en ook bijna elke week buiten het interval van gewoonlijke fluctuaties, zodat er sprake was van oversterfte. Vanaf half oktober is het aantal overledenen wekelijks verder toegenomen.
In week 48 registreerde het RIVM 249 overleden COVID-19-patiënten (stand 7 december)
Sterfte bij Wlz-zorggebruikers gelijk gebleven
De sterfte bij mensen die zorg ontvingen in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz), zoals bewoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen, bleef op basis van de schatting ongeveer gelijk in week 48. Er overleden bijna 1 700 Wlz-zorggebruikers, ongeveer 550 meer dan verwacht. Sinds week 42 (medio oktober) is er oversterfte onder Wlz-zorggebruikers.
De sterfte onder de overige bevolking nam op basis van de schatting verder toe in week 48. Er overleden ruim 2 600 mensen van de overige bevolking, ongeveer 700 meer dan verwacht. Ook onder deze groep is er oversterfte sinds week 42, maar ook in enkele weken ervoor was er al sprake van oversterfte.
In week 48 oversterfte in alle leeftijdsgroepen
Op basis van de schatting nam de sterfte in week 48 toe onder 65-plussers. Er is oversterfte in alle leeftijdsgroepen.
In week 48 overleden naar schatting 2 550 mensen van 80 jaar en ouder. Dat zijn er ongeveer 850 meer dan verwacht voor deze periode. Sinds week 42 is er oversterfte bij deze leeftijdsgroep. Ook in week 36, 39 en 40 was er oversterfte.
Onder mensen van 65 tot 80 jaar overleden in week 48 naar schatting 1 300 mensen, ongeveer 350 meer dan verwacht. Ook in deze leeftijdsgroep is er oversterfte sinds week 42. Daarvoor was er vanaf week 30 oversterfte in de helft van de weken.
Onder mensen jonger dan 65 jaar was de sterfte in week 48 naar schatting 475, ruim 50 meer dan verwacht. Net als in de week ervoor was er oversterfte, evenals in week 44, 45 en 34 tot en met 36, maar in de overige weken in het najaar niet.