Het onderzoekproject wordt gefinancierd door ZonMw

De komende anderhalf jaar gaat het Nivel samen met het RIVM en de Universiteit van Oxford (UK) onderzoek doen naar de effecten van de jaarlijkse griepvaccinatie: de VIcTOR-studie. Hoe goed het griepvaccin past bij de circulerende influenzavirussen verschilt van jaar tot jaar. Het onderzoek zal moeten uitwijzen wat het effect is van griepvaccinatie op infectie met het griepvirus én op bijkomende zaken als het consultatiegedrag van gevaccineerden. Het onderzoekproject wordt gefinancierd door ZonMw.

De VIcTOR-studie is een grootschalig onderzoek dat zowel op nationaal als internationaal niveau plaatsvindt, namelijk in samenwerking met het Royal College of General Practitioners in Engeland. Diverse onderzoeksmethoden worden gebruikt om een zo compleet en gedegen mogelijk beeld te krijgen van de ernst van griepachtige klachten na vaccinatie. Hiervoor worden onder andere gegevens van huisartsen aan die van ziekenhuisopnames gekoppeld. Ook wordt het consultatiegedrag bij zowel infectieuze als niet-infectieuze aandoeningen er breed bij betrokken. We verwachten dat de VIcTOR-studie zal bijdragen aan betere kennis over de impact en effectiviteit van griepvaccinatie.

Mogelijke relatie griepvaccinatie en consultatiegedrag
Eerder onderzoek, uitgevoerd over de periode 2006 tot en met 2016, wees uit dat er wellicht een relatie is tussen griepvaccinatie en consultatiegedrag. Mensen met een griepvaccinatie bleken namelijk vaker naar de huisarts te gaan met klachten vanwege bovensteluchtweginfecties (BLWI) dan niet-gevaccineerden. Dit patroon zagen we in alle leeftijdsgroepen en ongeacht of mensen een medische indicatie hadden voor de griepvaccinatie. In het onderzoek was ook een controle-aandoening ingebouwd, namelijk lagerugklachten, een klacht die niet samenhangt met een luchtweginfectie. Verrassend was dat mensen met een griepvaccin ook vaker de huisarts bezochten vanwege lagerugpijn. Dit suggereert dat er andere mechanismen een rol spelen die leiden tot een hoger consultatiegedrag (frequenter huisartsenbezoek) dan de invloed van het vaccin. Deze bevindingen nopen tot nader onderzoek, wat in de VIcTOR-studie gestalte krijgt.

Over het onderzoeksproject
Voor de VicTOR-studie maken we gebruik van verschillende soorten data die we aan elkaar koppelen, zowel nationaal als internationaal: gegevens van huisartsen, van ziekenhuisopnames en van sterfte. Daarnaast wordt de analyse van de controlegroep uitgebreid door er meer infectieuze en niet-infectieuze aandoeningen bij te betrekken. Tot slot worden de analyses herhaald in een groots opgezette registratie van patiënten die contact opnemen met de huisartsenpraktijk in Engeland; dit zijn de data van de Royal College of General Practitioners.

Voor het onderzoek dat aan deze VIcTOR-studie voorafging – namelijk het onderzoek over de periode 2006-2016 – zijn gegevens gebruikt van de huisartsenregistratie van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn.