De helft van de Nederlanders ondergaat ooit een buikoperatie
Minder pijn bij tachtig procent van de patiënten, een drie keer zo laag risico op een darmafsluiting en veel minder onnodige operaties. Dat is de opbrengst van een nieuwe gecombineerde aanpak van pijn door verklevingen in de buik na een operatie. Arts-onderzoeker Barend van den Beukel van het Radboudumc promoveerde op deze resultaten.
De helft van de Nederlanders ondergaat ooit een buikoperatie. Tien procent van deze mensen ontwikkelt daardoor chronische pijn. Verklevingen zijn daarvan vaak de oorzaak. Dat zijn een soort strengen van littekenweefsel, die ontstaan na een operatie als een normaal genezingsproces, en waardoor darmen soms aan elkaar of aan de buikwand gaan kleven.
Die verklevingen zijn met de standaard scantechnieken moeilijk in beeld te brengen. Daarnaast hebben deze strengen van littekenweefsel de vervelende eigenschap dat ze graag weer terug groeien nadat een arts ze door middel van een operatie los heeft gemaakt. Betere diagnostiek en behandeling van verklevingen zijn daarom belangrijk en kunnen veel mensen helpen.
Filmpje
Onderzoekers onder leiding van het Radboudumc ontwikkelden een nieuwe aanpak voor deze verklevingen: een combinatie van een innovatieve MRI-techniek die de basis vormt voor klinische beslissingen, en het gebruik van een vloeistof of oplosbaar membraan, wat de kans verkleint dat verklevingen terug groeien nadat ze los zijn gemaakt. Ze testten hun aanpak in een studie met 106 patiënten.
De MRI-techniek heet cine-MRI en is relatief nieuw. De scans werden uitgevoerd in Rijnstate in Arnhem. ‘Bij een standaard MRI-scan lig je stil, maar dan kun je verklevingen moeilijk zien’, vertelt promovendus Barend van den Beukel. ‘Wij laten mensen juist bewegen met de buik tijdens de scan en maken daar een filmpje van. Je ziet dan hoe de buikinhoud langs de buikwand glijdt. Getrainde radiologen kunnen op die bewegende beelden heel goed zien waar iets vastzit en dus verkleefd is.’
Laagje gel
Bij ongeveer één op de zes scans in de studie waren geen verklevingen zichtbaar. Bij deze mensen heeft een operatie geen zin, omdat een verkleving niet de oorzaak is van de pijn. Dat voorkomt onnodige operaties. Soms werd bij deze mensen op de MRI-scan wel een andere oorzaak van de pijn gevonden.
Waren er wel verklevingen zichtbaar, dan volgde een operatie waarbij artsen hun tweede troef inzetten: ze plaatsten een barrièremiddel tussen de weefsels die ze los maakten, zodat die niet opnieuw aan elkaar konden plakken. ‘Daarvoor bestaan twee soorten materiaal’, legt Van den Beukel uit. ‘Het ene is een vloeistof vol grote suikermoleculen. Het andere is een soort oplosbaar membraan van suikermoleculen, dat in het lichaam verandert in een laagje gel. Beide materialen geven een beschermende laag tussen de ingewanden. Het lichaam ruimt de materialen na enkele weken op.’
Tuinslang
Door deze nieuwe gecombineerde aanpak had tachtig procent van de patiënten na een jaar minder pijn. Zij gebruikten minder pijnstillers en meldden een verbeterde kwaliteit van leven. Verder was het risico op een darmafsluiting drie keer lager. ‘Zo’n afsluiting ontstaat doordat een stuk darm achter een littekenstreng terecht komt. Je kunt dat vergelijken met een tuinslang die achter een hekje blijft hangen en waar dan geen water meer uit komt’, legt Van den Beukel uit.
Het Radboudumc heeft een poli voor chronische buikklachten na chirurgie, waar de combi van cine-MRI en barrièremiddelen in de kliniek wordt toegepast. Ook steeds meer andere ziekenhuizen, waaronder het MUMC+, nemen deze methode over. Chirurg Richard ten Broek: ‘Voordat we cine-MRI hadden, deden we kijkoperaties bij patiënten, maar dan vonden we bij twintig procent geen oorzaak van de pijn. Dat is gedaald naar vier procent. Daarnaast zien we veel minder complicaties. We kunnen nu veel doeltreffender opereren bij chronische buikklachten na eerdere operaties.’
Bron: Radboudumc