Cellen van het agressieve hersentumortype glioblastoom staan er niet om bekend dat ze allemaal even makkelijk te kweken zijn

Wetenschappers van het Erasmus MC lukt het als enigen ter wereld om cellen van bijna alle patiënten met de zeer dodelijke hersentumor glioblastoom buiten het hoofd in leven te houden. Dit biedt de kans om te testen of bestaande medicijnen wel of niet werken.

Cellen van het agressieve hersentumortype glioblastoom staan er niet om bekend dat ze allemaal even makkelijk te kweken zijn. Wetenschappers van het Hersentumorcentrum van het Erasmus MC zijn daarom extra trots dat het hen na jarenlang doorzetten en schaven aan hun techniek en protocollen in 95 procent van de gevallen nu wél lukt.

Ook van de meest beruchte subgroep, glioblastomen met een IDH-mutatie, lukt het nu om cellen in het laboratorium in leven te houden. Glioblastoom is een agressieve hersentumor die ontstaat uit steuncellen in het brein.

Dr. Martine Lamfers leidt het laboratorium en legt uit hoe het werkt. ‘Van iedere hersentumorpatiënt die wordt geopereerd in het Erasmus MC en die daar toestemming voor geeft, wordt een stukje van het tumorweefsel gelijk na de operatie naar ons laboratorium gebracht. We slaan het weefsel op voor onderzoek naar de genetische achtergrond en structuur van de tumor, maar houden het nu ook in leven.’

30 jaar niks veranderd
Het levende glioblastoomweefsel is een uitkomst om potentiële medicijnen op te testen. Dat is hard nodig, vertelt neurochirurg prof. dr. Sieger Leenstra. ‘In de behandeling van glioblastoom is al dertig jaar niks veranderd. En dat terwijl de tumor zeer agressief is: binnen anderhalf jaar na de diagnose zijn de meeste patiënten overleden. We kunnen opereren, maar de tumor keert bijna altijd terug en is vaak niet gevoelig voor chemotherapie en bestraling. Elke hersentumor is anders, dus voorspellen of iets gaat werken is heel moeilijk.’

Leenstra is dan ook heel enthousiast over de nieuwe methode waarbij medicijnen getest kunnen worden op de tumorcellen in het laboratorium. De onderzoekers toonden al aan dat als de standaard chemotherapie temozolomide de glioblastoomcellen niet doodt in het laboratorium, het ook niet werkt bij de patiënt. En andersom: als temozolomide wel aansloeg op de gekweekte cellen, deed dat het ook bij de patiënt. Het model lijkt dus goed te werken. ‘Het is echt what you see is what you get’, zegt Leenstra.

Persoonlijke screening
De volgende stap is een persoonlijke geneesmiddelenscreening voor elke patiënt met glioblastoom. De wetenschappers stelden al een set samen van 20 geregistreerde antikankermiddelen waarvan ze weten dat ze de bloed-hersenbarrière oversteken. ‘In een toekomstige studie willen we per patiënt glioblastoom-cellen kweken, de 20 potentiële medicijnen erop testen en de patiënt behandelen met het best scorende middel’, legt Lamfers uit. De uitdaging daarbij is om de tijd tussen het opstarten van de kweek en de uitslag van de screening te verkorten. ‘Na de operatie starten patiënten meestal binnen drie weken met verdere behandeling , dus dan moet de uitslag er zijn.’