Veel tumor-DNA in het bloed betekent dat de kanker al ver gevorderd is

Een bloedtest kan helpen voorspellen of immuuntherapie aanslaat bij patiënten met uitgezaaide blaaskanker. Dat blijkt uit onderzoek van internist-oncoloog Debbie Robbrecht van het Erasmus MC Kanker Instituut.

Immuuntherapie met het middel pembrolizumab werkt maar bij 1 op de 5 patiënten met uitgezaaide blaaskanker. ‘We kunnen vooraf moeilijk inschatten welke patiënt reageert op de therapie. Dit is vervelend voor patiënten en kost de maatschappij ontzettend veel geld,’ vertelt Robbrecht. Voor haar proefschrift onderzocht ze manieren om te voorspellen welke patiënten met uitgezaaide blaaskanker goed reageren op immuuntherapie.

Tumor-DNA
De hoeveelheid tumor-DNA in bloed lijkt hierbij een belangrijke rol te kunnen spelen. ‘Patiënten met minder tumor-DNA in hun bloed hebben een grotere kans op succesvolle immuuntherapie,’ vertelt Robbrecht. Tumor-DNA komt vrij uit tumorcellen en circuleert daarna in de bloedbaan. ‘Veel tumor-DNA in het bloed betekent dat de kanker al ver gevorderd is. Bij patiënten met uitgezaaide blaaskanker lijkt het erop dat immuuntherapie dan niet aanslaat. Je kan in dat geval andere vormen van therapie overwegen, zoals behandeling met antilichaam-drug conjugaten (een soort doelgerichte chemotherapie) of een intensievere behandeling met een combinatie van twee middelen.’

In haar onderzoek gebruikt Robbrecht een nieuwe methode om de hoeveelheid tumor-DNA te meten. ‘Bij de huidige veelgebruikte meetmethodes moet je eerst precies weten wat het mutatieprofiel van de tumor is. Om dit profiel te achterhalen hebben we een stukje tumorweefsel nodig van de patiënt. Het weghalen van tumorweefsel is belastend voor patiënten en niet altijd mogelijk omdat de tumor soms onbereikbaar is.’ Bij de nieuwe methode is er geen tumorweefsel meer nodig om de hoeveelheid tumor-DNA te bepalen. Dat maakt het sneller, makkelijker en goedkoper om patiënten te screenen.

NIPT
De nieuwe methode heet de ‘modified Fast Sequencing method’ en is gebaseerd op de NIPT, een test om het bloed van zwangere vrouwen te screenen op chromosoomafwijkingen van de ongeboren baby, zoals het downsyndroom. De techniek achter de NIPT is ook geschikt voor het meten van tumor-DNA in bloed, stelt Robbrecht. ‘De techniek detecteert chromosoomafwijkingen van vrij DNA in het bloed. We weten dat tumor-DNA ook chromosoomafwijkingen heeft. De test kan deze afwijkingen opspeuren.’

Er zijn zelfs zwangere vrouwen geweest waarbij de NIPT aantoonde dat ze kanker hadden. Sindsdien is er behoorlijk wat onderzoek gedaan om deze techniek toe te passen binnen de oncologie. ‘De techniek is nog niet betrouwbaar genoeg om kanker op te sporen, maar wij laten zien dat je het wel kan inzetten om de kans op het effect van immuuntherapie in te schatten.’

Meten is weten
Bepaalt straks alleen de hoeveelheid tumor-DNA van een patiënt of iemand immuuntherapie krijgt? Robbrecht denkt dat het niet zo’n vaart loopt. ‘We willen onze resultaten eerst nog een keer bevestigen. Daarbij verwacht ik dat we in de toekomst naar een combinatie van verschillende factoren zullen kijken om in te schatten of immuuntherapie zinvol is. We zagen bijvoorbeeld ook dat het aantal van bepaalde afweercellen in bloed kan voorspellen of immuuntherapie aanslaat.’ Robbrecht hoopt dat de keuze voor een therapie steeds vaker op basis van metingen wordt gemaakt. ‘Zo kunnen we straks elke patiënt de best passende zorg geven.’